MERCKX ACHTERNA

 

We zeggen en schrijven 11-15 mei 1994.

 

In 1969 won ‘De Kannibaal’ Eddy Merckx zijn eerste van vijf Tour de Frances. Hij legde de basis in de rit over Grand Ballon d’Alsace. “Welke grote ballon??”

We wilden dan ook wel eens aan den lijve ondervinden wat de ‘Grootste aller Tijden’ dan wel klaarspeelde tijdens zijn overwinningstocht.

De Grand Ballon d’Alsace was overigens de eerste berg in de geschiedenis van de TdF die de renners voor de wielen geschoven kregen. Dat gebeurde in 1905.

Onze fietstrip ging dus inderdaad naar de Vogezen. De streek behoorde samen met Elzas eens tot het Duitse Rijk maar moest door Duitsland, als verliezer van de oorlog, afgestaan worden aan Frankrijk. Vergelijkbaar met onze Oost Kantons.

De namen van de diverse steden zoals Hundskopf, Uffholz, Bollenberg en andere Kayserbergen zijn hiervan nog stille getuigen.

Als verblijfplaats kozen we Munster op ruim 500 km van Hulshout.

Staf De Raet, Janus De Win en Fons Verstappen vertrokken rond de klok van 17 hr. op woensdag met de volgwagen, zoals gratis ter beschikking gesteld door onze gulle sponsor KOVERA KEUKENS. De bus met de overige deelnemers vertrok een uur later.

Tijdens de eerste rit ondervonden we al dat het geen toer voor renners met de grote plateau zou zijn. Na 17 km kwam de Col du Platzerwazel al. We klommen naar een hoogte van 1183 m. Amper 20 km ver begonnen we er dan al aan… de Grand Ballon d’Alsace, de hoogste top van de Vogezen. Onderweg ging het van 4%, over 10% tot wel 13%.

Vanaf dan ging het in een wijde boog lichtjes bergaf terug naar onze vertrekplaats Munster. Tussendoor nog wel de Col du Firstplan plat leggen.

De avond brachten we door in een plaatselijk café. De waard toonde fier zijn Belgische bieren zoals Leffe blond en bruin, Stella Artois, e.d. We herinneren nog dat een Pallietertrapper een Leffe bestelde. De kastelein schonk het bier fier uit aan tafel, in een bijhorend Leffe-glas, volledig volgens de regels van de kunst. Eens ingeschonken opperde onze collega dat hij geen blonde wilde maar wel een bruine…. Aan tafel was er geen tekort aan kandidaten om de uitgeschonken blonde Leffe naar binnen te werken.

Aan de toog merkten we ook een Pallietertrapper die in een hele discours was met een plaatselijke klant. Hij sloeg zijn arm rond de man ook al was dat ‘ne vent gelijk ne boom’ en was hij… Hoe zouden we het eerbiedig kunnen zeggen?? Niet van de grootsten.

Na een uurke was RW opeens verdwenen samen met die ‘vent gelijk ne boom’. De groep naar buiten op zoek naar onze maat. We liepen straat in en straat uit, maar nergens een spoor te vinden. Hij zou toch niet???? …..

‘In de hoop van’ trokken we richting hotel. Eens binnen hoorden we een OEF uit de kamer komen. Zijn slaapgenoot van 4 dagen vond zijn kamergenoot in bed, dekentje hoog opgetrokken tot net onder zijn kin. Zijn snorreke toornde er net boven uit. Het leek wel een walrus in bed.

Het was die avond ook dat vier toeristen met de wagen het hotel voorbij reden. Misschien was er verder nog wel ergens iets te beleven. Nietsvermoedend reden ze recht een bob-controle in. De agent duwde een ‘blaaspijpke’ in de auto waarop de chauffeur riposteerde dat hij met ‘den diarree’ zat en dus de gevolgen van ’t blazen niet kon overzien. Op de achterzetel voerde iemand het woord tegen de agent, niet merkend dat de zijruit nog omhoog was en hij met zijn neus tegen de ruit geduwd zat. De chauffeur (SH) gaf daarop het zakje door naar de convoyeur (JS). De agent duwde zijn hoofd met kepie en al in de auto en liep rood aan. “Non, non, monsieur, c’est pur vous!”

We waren pas 100 m voorbij ons hotel Deybach. De agent was gelukkig van goede wil, verplaatste een verkeerskegel en gebood ons onmiddellijk te draaien en naar het hotel af te zakken.

Het had gekund dat we onze chauffeur voor enkele dagen kwijt waren toen.

De volgende ritten volgden we o.a. de Route des Crêtes (een oude weg over het plateau dat vroeger door de legers van Napoleon vaak werd gebruikt) of de Route du Vin. Onderweg hielden we regelmatig halt in de prachtige dorpjes met de typische rode huizen. Overal sierde een fontein het centrum op.

De Vogezen, en tevens Elzas, een prima streek om er enkele dagjes tussenuit te knijpen!!

De laatste avond is zoals steeds voorzien voor de prijsuitreiking, om het podium bekend te maken, de minzaamste, de ongelukkigste, de strijdlustigste, de… te kiezen. Deze keer werd er ook een ploegen- of beter een kamerrangschikking opgemaakt. De zogezegde gele petjes. Het was toen ook dat 3 koereurs uit Heultje een hele avond met afgeknipte petjes op hun hoofd zaten. Zij voerden het kamerklassement aan gedurende de eerste 2 ritten maar werden bijgehaald en voorbijgestoken door een andere kamer. Dus voor hen geen ‘hele’ petjes maar wel petjes waar de bovenzijde afgesneden was.

Fier en met hun borst vooruit pronkten zij een hele avond met de klep en boord van hun koerspet. Onnodig te zeggen dat dit enkel en alleen maar kan gebeuren als er genoeg vocht naar binnen gelopen is…..