We zeggen en schrijven juli 1996

Zat iedereen nog met persoonlijke vragen bij de start, dan viel er veel druk van de schouders op het einde van rit één, “t is te zeggen na het avondeten en enkele Franse (of Belgische) biertjes. Het leek net of sommigen hadden Lourdes al aan hun gordel hangen.

Het was in Fourmies (eerste halte) dat een Pallietertrapper “Zwei Bier” bestelde. Toen er nog iemand eentje vroeg, kwam er een “und nog eins” achter. “Ja Helsen ik krijg geen drie gezegd in ’t Duits zalle”, voegde hij eraan toe…

En daar moesten we nog mee naar het zuiden van Frankrijk….

Ge zou voor minder grijze haren krijgen.

Wat misschien wel voor de nodige slachtoffers zou zorgen (de drank ‘s avonds te vergeten…) was de warmte. Bij aankomst van rit 3 in Montargis wees de thermometer nog 35 graden. “Ze brannen de oewere van de koppe!!” Een tweetal toeristen lachten in hun vuistje. Jhonny en Erik, zonnekkleppers in hart en nieren. Hun kon de temperatuur niet deren. Zij werden beter met de kilometer.

De doortocht door de Landes zorgde voor ophef in de groep. Wie Landes zegt, bedoelt ellenlange kaarsrechte asfaltbanen, omgeven door naaldbomen. Wie kent er niet de schors te gebruiken als bodembedekker “Pin de Landes?

Eén iemand, haantje de voorste, dacht het warm water uitgevonden hebben. Hij vroeg de kaart en trok er op zijn eentje op uit. Volle gas!!

Alleen reed hij niet zuidwaarts maar terug naar het noorden en dus de richting van waar we kwamen. Met man en macht werd er geroepen en gefloten. Niets hielp. Hij stoomde door.

Dan maar de volgwagen ingeschakeld. Eens terug in de groep legde hij de schuld in de schoenen van ons. Zij zouden hem gezegd hebben die kant op te gaan….

Ga daar mee op weg….

Onderweg kochten we van een plaatselijke Ijsboerke-venter een doos frisco’s. Maar door het feit dat door de wegvergissing de groep enigszins uit mekaar lag, was er één iemand die tot op heden wacht op zijn frisco. Sorry JS!! Alles begon te smelten en dus maar snel opgegeten.

Op het einde van rit 6 sliepen we in hotel Des Ducs te La Force. Daar zaten we ook aan de vooravond van het doorbreken van onze 1000 km-grens.

Eens aangekomen, vlogen we massaal op het gerstenat. De bedoeling was om hiermee de hitte te verdrijven en niet zozeer omwille van de smaak. Binnen de kortste keren was het vat leeg. De uitbater (we noemden hem al snel de ‘pastoor’ voor welke reden dan ook) zijn wagen in, recht naar de plaatselijke biersteker voor een extra vatje. ’s Avonds dronk er niemand nog een pint in de bar van het hotel…. Ik ben benieuwd of het vat nu al wel leeg is.

Het was hier ook dat er 5 deelnemers de nacht niet in het hotel konden doorbrengen. Om te slapen moesten zij naar een bijgebouw aan de woning van de hoteluitbater. Iedereen haalde zijn neus op. Maar toen er een zwembad beschikbaar bleek te zijn, waren er onmiddellijk 5 vrijwilligers.

Het zwemmen was ok, iets wat niet kon gezegd worden van de slaapgelegenheid. In een bijgebouw, een vroegere schuur, kraakte het bij iedere beweging. Er werd zelfs gevreesd dat het vol ratten, muizen en vlooien zat…

Na het avondeten (o.a. gefrituurde ingewanden van kippen) trok de groep het dorpspleintje over op zoek naar een plaatselijke brasserie. Bij de ingang links, achter een gordijn, zaten de kaartspelers rond de tafel. De tafel lag bezaaid met geld. Eén Pallietertrapper wilde het van nabij volgen en schoof zijn stoel bij. Binnen de kortste keren had hij een hoop geld voor zijn neus liggen. De sfeer werd grimmiger. SVG deed dan maar de ene traktatie na de andere om het gewonnen geld daar te laten.

In de café liep de drank rijkelijk. De meesten trokken dan ook na middernacht naar hun kamers, moe maar voldaan. De open schouw in de café deed ook haar werk. Slag om slinger liep er een toerist van de toog naar de schouw, duwde zijn achterwerk achteruit zo ver hij kon, even een rood gezichtje en dan een smalende lach van oor tot oor. Diegenen die rond de schouw stonden sniften eens met hun neus en deden iedere keer een stap opzij. De klank hoorde je, de geur kreeg je er als toemaatje bij…

Voor alle zekerheid werd de start van de volgende rit met een half uur verlaat.

Niemand die hier aanstalten aan nam.