We zeggen en schrijven 28/29 mei 1992
EEN AANVAL
Het moet onderweg in rit 2 of 3 geweest zijn. Bergaf! Een aanval vanuit de buik van het peloton!
Deze uitval werd gevolgd door een luide “Pas op!! Oowet de weg!!! Let me dee!! Dieje gaa gen punten pakke zalle.”
De muil van de groep opende zich en een Pallietertrapper ging in een rotvaart de eerste aanvaller van de dag achterna. Enfin, een rotvaart…. De groep ging in de remmen en stopte af in zijn totaliteit.
De groep stond voor een raadsel en wist niet wat te doen. Er achteraangaan of ze laten rijden. Maar te weten dat er in die tijd nog geen GPS was en dus alles met kaart en wegwijzer in de achterzak moest gebeuren, zou de vlucht geen lang leven beschoren zijn. Er kon de groep dan ook niets gebeuren. Het leidende (of was het al lijdende) tweetal waaide zo wel terug.
Eens beneden zagen we 2 Pallietertrapperkes op een bank tegen een muur zitten. Zij probeerden ons wijs te maken dat zij er al ruim 10 minuten zaten.
DE KONINGINNERIT
We zeggen en schrijven zondag 31 mei 1992
Sinds het ontstaan van onze buitenlandse trips is er steeds een ‘koninginnerit’. Het was hier dan ook niet anders.
Op zaterdag verkenden we met de wagen Alpe d’Huez, ‘DE’ Alpencol waarvoor we kwamen. In het dorp was het zoeken naar de juiste weg om de officiële eindmeet zoals ze in de Tour de France te vinden. Langs de centrale parking, linksaf een tunneltje onder door en op weg naar de hotels boven op de top. Dachten we aanvankelijk hier al de eindmeet te vinden, dan was het nog ruim 3 km klefferen.
Bovenaan een loslopende hond die het plezant vond om in de banden van iedere rijdende auto te bijten. Wat ging dat morgen geven als we hier met de fiets waren?
In het naar beneden rijden, werden enkelen lijkbleek. Toen pas viel het op hoe hoog we zaten, hoe diep het langs de kant van de weg was en hoeveel haarspelden er wel te nemen waren.
’s Anderendaags vertrokken vijf moedigen met de fiets vanuit het hotel (Gilbert, Patrick, Leo, Cel en Dré). Wie bij wie in de ploeg zat werd onderweg duidelijk. In gestrekte draf ging het richting Bourg d’Oisans, 30 km over een licht oplopende weg.
De anderen van de groep zouden op een kleine 10 km van Bourg d’Oisans vertrekken. Eén Pallietertrapper vertrok van aan de voet en beloofde om bovenaan van iedereen een foto te nemen. Staf, onze trouwe volger, en ondergetekende gingen met de volgwagen om de dorstigen te laven, de lijden bij mekaar te harken en hier en daar een mop te vertellen.
Zo had ieder zijn uitdaging.
En inderdaad, het lukte M om op de top van iedereen een foto te nemen.
Moe maar voldaan haalde ook iedereen de top waar als afsluiter van de eerste buitenlandse trip een groepsfoto werd gemaakt.
Voor het aanvangen van de klim, moest er nog 1 toerist… zo nodig.
Hij vond er niets beter op om achter een heester te kruipen, bij de mensen in de voortuin. Als ’t komt, dan komt het.
Gelukkig kwam de baas of bazin des huizes niet buiten….
HOE TELEFONEREN??
Wat we ook nog herinneren van in die tijd was het telefoneren naar het thuisfront. Dan kon toen enkel en alleen nog maar met een vast toestel. En wie een vast toestel zegt, denkt meteen aan een draaisysteem om de nummers te vormen. Veel jongeren, dezer dagen opgegroeid met GSM aan het oor of in de hand, kennen dit zelfs niet meer.
Zo was het iedere avond een gezoek en gezucht om te weten welke cijfers te draaien om een buitenlandse verbinding te maken en wat de kencijfers van België dan wel weer waren. Niet getreurd, er werd gebeld naar moeder de vrouw (of vriendin, wie zal het zeggen??) om de fysieke paraatheid van de renner zelf of de groep door te geven. Uit die tijd dateren ook de live verslaggeving vanuit het hotel naar radio Telstar. Zo volgde Hulshout en omgeving de escapades van de Pallietertrappers in die tijd.
Iets anders was het ontbijt….
Bij het ontbijt stond er steeds een bordje met serviette en daar op een tas met ondertas. Het was daar ook dat iemand van de ploeg na 2 dagen opmerkte dat wij tas en ondertas uit het bord namen, het serviette aan de kant legden en aten. Hij had al 2 dagen zijn kaas of hesp op het serviette gelegd en dus enkele plukjes papier mee binnen gespeeld.
Enfin dat is wat hij ons probeerde wijs te maken. Of het waarheid dan wel leugen is, konden tot op heden nog niet ontrafelen.
En dan nog het water uit de wastafel….
Het water uit het wasbakje laten lopen, was voor de bewoners van één kamer een probleem. Zij probeerden met alle voorhanden zijnde middelen, zoals autosleutel, stylo, schroevendraaier, om het ‘klokje’, dat het water afsloot, omhoog te krijgen. Het zat rotsvast en zij konden het water van 2 dagen dan ook niet wegspoelen. De buurmannen, zijnde Fons en Janus, werden om hulp geroepen.
Met een enkel drukje op het knopje achter de kraan was alles opgelost. De 2 bewoners bekeken mekaar en legden onmiddellijk de schuld bij elkaar. Het leek net of den eenen hield den andere voor de gek….