We zeggen en schrijven juli 1996.

Zeven ritten achter de rug. Geen noemenswaardige moeilijkheden. Alles prima. De groep: OK. De hotels: OK. Het parcours: OK. Het eten onderweg: OK.

Nu rit 8…. Col du Soulor en voor de moedigen Col d’Aubisque en den arrivée.

Er werd een laatste maal gepicknickt te Assos, aan de voet van de Pyreneeën. Met z’n allen zaten we verscholen voor de zon tegen de muur van het plaatselijke kerkhof. Kon het nog spreekwoordelijker??

De blikken gingen alsmaar naar links. Daar lagen ze met hun muil wijd open… de bergen. Zij tekenden zich schril af tegen de blauwe hemel. Zij boezemden schrik in. Het vertrouwen zonk bij enkelen in de schoenen.

“Manne, seffens baa ’t begin van de klim naa ’t Souloreeke, upt gemak hé want GD hee nog niet zoweveel gereeje. Me mutten ‘m mee naa boove kraagen e.’’ GD had tot dan toe geen kilometer hoeven op kop te rijden, geen inspanning hoeven te leveren, laat staan in de wind gereden te hebben.

Maar wat gebeurde. Achteraan werd een groep gevormd van ne man of vijf. Na amper enkele honderden meters: “mannen zo stil kan ik niet rijden zalle. Ik ga er van door,” dixit GD. En daar zaten wij, we bekeken elkaar met verbaasde blik maar konden niet op zijn uitval reageren. Voor velen de eerste echte klim, het was kruipen, het was snakken naar adem, het was met 2 voeten op 1 pedaal springen om vooruit te geraken.

Wanneer er dan achteraan ook nog afscheiding kwam, spraken enkelen af om 900 m te fietsen en dan 100 m te voet te gaan. De fietser die achter het tweetal fietste, kon tijdens die 100 m wandelen telkens net niet aanpikken.

Zo zie je maar dat er voor- maar ook achteraan strijd geleverd werd.

Op de top van Col du Soulor konden de moedigen rechtsaf, 2 kilometer bergaf en dan 7 kilometer omhoog naar de top van Col d’Aubisque’. Het was daar ook dat de lucht dicht trok. Niet veel later viel de regen met bakken uit de lucht.

“Er zitten duidelijk ketters in de groep. Dat is de vloek van ons Bernadetteke,” vertrouwde iemand van de groep ons toe.

Uitgeregend en onderkoeld bolden we Lourdes binnen, de nagekomen dames tegemoet. Onze eerste grote trip zat er op. Een succes. Er werden plannen gesmeed voor trip nummer twee over twee jaar.