We zegge en schrijve 28 mei – 1 juni 2003

Qua bestemming van onze Ons-Heer-Hemelvaart uitstap 2003 zochten we het kort bij huis. Deze keer ging het niet met de wagen naar een buitenlandse bestemming maar maakten we de transfer per fiets. Onze bestemming was het pittoreske, middeleeuwse stadje Boulogne-sur-Mer, in Frans Vlaanderen.

De 24 deelnemers vertrokken op woensdag 28 mei voor een trip van 146 km met als stop Kortrijk. Daar sliepen we in het centraal gelegen hotel BROEL.

We fietsten via Bonheiden, Kapelle op den Bos, Aalst (even buiten Aalst de weg kwijt geraakt) richting Oudenaarde. I.p.v. het voorziene parcours tussen St. Lievens Houtem en Oudenaarde te volgen, verkozen we om een ommetje door te wondermooie Zwalmstreek te maken. Maar wie Zwalm zegt, zegt ook heuvels, de heuvels uit ons aller Ronde Van Vlaanderen. Ne mens moet toch een uitdaging hebben, hé. Van in Oudenaarde ging het dan in gestrekte draf langs Anzegem naar Kortrijk met zijn gekende Broeltorens.

Door de poepkeswind die we een hele dag hadden, was het nog redelijk vroeg toen we in Kortrijk aankwamen. Eens gewassen, was er nog voldoende tijd om op de markt, amper 100 van ons hotel verwijderd, wat gerstenat in te nemen. Afgaande op het uitermate luider praten na een uur, zaten enkelen al behoorlijk boven hun theewater. Gelukkig konden we even later van een lekkere avondmaaltijd profiteren.

Rond 9 uur konden we eindelijk op weg voor onze 2de rit, door het West Vlaamse Heuvelland. Het parcours stond gecatalogeerd als ‘licht golvend met nijdige hellingen’. En inderdaad, onderweg moesten we over de Kemmelberg, Rode en Zwarte Berg en eens de Frans-Belgische grens over, volgde de Catsberg. We fietsten door Frans Vlaanderen met onderweg gemeenten met leuke namen zoals Hazewinde, Hazebroek, Steenbeek en Boezegem. Hier werd zowaar nog Vlaams gesproken door voornamelijk de oudere inwoners. De groep hing de hele dag uit mekaar. De ‘bus’ (grupetto) achteraan werd met de kilometer groter en groter. De kilometers, de hellingen maar voornamelijk de drank van gisterenavond begon bij sommigen zijn tol te eisen.

Van op een heuvel zagen we Boulogne-sur-Mer in de verte liggen. Het beeld was adembenemend mooi en werd mooier eens we korter bij de stad kwamen.

De toeristische dienst van Pas de Calais (de regio waar we doorfietsten) maakte veel reclame voor fietstops, te vergelijken met de gîtes d’ étappe voor fietsers. Vooraf hadden we gereserveerd in een auberge voor een eetstop. De voorgeschotelde maaltijd was duidelijk niet voor sportieve fietsers, die wij toch dachten te zijn. Een zwaar voorgerecht gevolgd door een gegratineerde schotel en afgesloten met een quiche lorraine. Enkelen draaiden met hun ogen en duwden de quiche voor zich uit, enkelen speelden alles binnen maar hadden nadien maagproblemen onderweg. Nog anderen vonden het niet beter om de quiche, gerold in een serviette, in hun achterzak te stoppen. Wetende dat het onderweg circa 25 graden was, de achterzak in volle zon hangt, wilde ik niet weten hoe de quiche eruit ging komen. Van één ding was ik wel zeker: die trui moest zo vlug mogelijk in wasmachine.

Ons hotel de Londres lag hier ook centraal in het stadje. Dat beloofde voor het verdere vervolg van de avond.

Rit 3 was een toeristisch rondrit richting het mondaine badplaatsje Le Touquet, ook wel ‘Paris Plage’ genoemd. Van hier ging het in een wijde boog terug naar Boulogne. Volgens het toerboek een ritje van 135 km. Waarschijnlijk door het verlengde weekend waren de wegen tussen Boulogne en Le Touquet druk, te druk om te fietsen. In groep besloten we via het fietspad te gaan. De snelheid ging gevoelig naar beneden maar toch bleef het gevaarlijk in groep. Omwille van die drukte, beslisten wij ook in bij het binnenrijden van Le Touquet onmiddellijk linksaf te gaan en het centrum aan ons laten voorbij gaan. De wegen naar het binnenland werden dan rustiger en het was terug een lust om te fietsen. Montreuil was onze volgende stad die we passeerden. Van hier ging het recht terug naar ons hotel

Rit 4 ging noordwaarts naar de Nez’s, zijnde Cap Gris-Nez en Cap Blanc-Nez. Het was een prachtig golvende rit over rustige wegen, langs ongerepte natuurgebieden en langs uitgestrekte graanvelden. Bij aankomst (135 km) zagen enkele kopkes rood. Rood van de inspanning maar tevens rood van de zon na 4 dagen hete temperaturen van +25 graden.

Na het avondeten was er de gebruikelijke prijsuitreiking, ook al moest er nog 1 rit gereden worden. De Ceremonie protocollaire werd afgesloten met DE drank van even verder (Normandië) met name cognac. Zoals met de quiche lorraine schoven ook nu enkelen hun glas voor zich uit, anderen lieten de geestrijke drank gul tot bij hun komen. Na het avondeten in het hotel, gingen zij door met de cognacskes op het terras. Niet te verschieten dat enkelen snel moesten afgevoerd worden. Nee, het is niet onze gewoonte om namen te noemen, maar de vrees was om voor de laatste rit zonder chauffeur van de volgwagen te zitten, was niet denkbeeldig. Iets wat ’s anderendaags bewaarheid werd.

Op zondag 1 juni stond de wind-rit geprogrammeerd. Het ging van Boulogne-sur-Mer door de Moeren naar Oostduinkerke. Het waren amper 117 km maar de wind in de Moeren (alom gekend uit Gent-Wevelgem) zou het iedereen uitermate lastig maken. Via rustige en golvende wegen kwamen we in de vlakke wegen in de Moeren. Wind? Het was meestal poepkeswind die ervoor zorgde dat het een heuse koers werd. Iedereen dacht een rugnummer opgespeld te hebben. De snelheid ging tot tegen de 40 km/hr. Noodgedwongen haakten enkelen af. Door het draaien en keren, was het soms toch wel ploeteren tégen de wind in. De sterksten haalden hun hart op, de minderen groepeerden zich om in groep toch een beetje beschutting te vinden.

Bij het binnenrijden van Oostduinkerke was de groep terug samen. Hier was er niet alleen een deugddoend stortbad, maar er stond ons een grandioos buffet in het centrum De Zeebries (van socialistisch mutualiteit) te wachten. Er was vis, vlees, kaas, er waren koude gerechten, warme gerechten,… Te veel om op te noemen. Het was een prachtige afsluiter van weeral een geslaagde vier-, deze keer een vijf-daagse.

Buikjes rond gegeten en de fietsen konden geladen worden. Met een autocar ging het terug naar Hulshout, naar onze wederhelften.