Tijd |
Aanwijzing |
Weg |
Richting |
Km |
Dag KM |
Tot KM |
Hgt |
|
Vertrek Café DE VAART |
|
|
|
0.0 |
0.0 |
19 |
7:00 |
Vertrek |
|
Westmeerbeek/Herselt |
7.5 |
7.5 |
7.5 |
21 |
7:18 |
Te Herselt RA |
N212 |
Blauberg / Averbode |
8 |
15.5 |
15.5 |
33 |
7:35 |
Te Averbode LA |
|
Molenstede |
4.5 |
20 |
20 |
42 |
7:46 |
Te Molenstede RA |
N127 |
Diest |
3 |
23 |
23 |
36 |
7:53 |
Door centrum Diest |
N2 |
Halen - Herk de Stad |
10 |
33 |
33 |
24 |
8:17 |
Te Herk de Stad RA |
754 |
Stevoort |
7 |
40 |
40 |
30 |
8:34 |
Te Stevoort LA |
|
Hasselt |
2.5 |
42.5 |
42.5 |
26 |
8:40 |
Na circa 2,5 km RA |
|
St Lambrechts-Herk |
7 |
49.5 |
49.5 |
68 |
8:57 |
Door St Lambrechts Herk aan 'T' RA |
N 20 / N753 |
Kortessem - Tongeren |
17 |
66.5 |
66.5 |
90 |
9:38 |
Ring Tongeren links volgen en na circa 3 km RA |
N 79 |
Riemst - Sluizen - Rukkelingen - Bassenge |
13.5 |
80 |
80 |
142 |
10:10 |
ETEN - 45' |
|
|
0 |
|
|
|
10:55 |
Te Bassenge rechts volgen |
N 618 |
Hallembaye / Haccourt / Visé |
9 |
89 |
89 |
125 |
11:19 |
Te Visé RD |
N 608 |
Warsage - Aubel |
14 |
103 |
103 |
287 |
11:57 |
Te Aubel RD, na 2,5 km RA |
608 |
Henri-Chapelle |
7 |
110 |
110 |
315 |
12:17 |
Te Henri-Cap LA en 2de RA |
|
Welkenraedt |
4 |
114 |
114 |
265 |
12:28 |
Te Welkenraedt RA |
N 67 |
Eupen |
6 |
120 |
120 |
384 |
12:43 |
Te Eupen RD |
N 67 |
Monschau |
18 |
138 |
138 |
420 |
13:28 |
ETEN - 45' |
|
|
0 |
|
|
|
14:13 |
Te Monschau RD |
258 |
Schleiden |
24 |
162 |
162 |
348 |
15:18 |
Door centrum Schleiden (3,5 km klimmen) |
258 |
Blankenheim |
18 |
180 |
180 |
480 |
16:01 |
Aan richtingwijzer "Blankenheimerdorf" RA |
|
Blankenheim |
3 |
183 |
183 |
497 |
16:06 |
Blankenheim - Aankomst |
|
|
183 |
|
|
|
Wegkapiteins: Staf Van Gemert, Ludo Celen en Jhonny Saliën
Begeleiders: - - -, Willy Warpy en Guy Wijns
Deels overgenomen uit Hulshout-Praag 2000
Hulshout
Na 0 km – Nog 183 km
Hulshout, ons lieflijke dorpje, bestaat uit de deelgemeenten Houtvenne, Hulshout en Westmeerbeek en is gelegen aan de oever van de Grote Nete. De gemeente (9000 inw) was in het verleden vooral gekend als een wingebied van turf en veel later was de diamantbewerking de voornaamste bron van inkomsten.
Op toeristisch gebied is er vooral het retabel in de St-Mattheuskerk, de St. Annakapel, het Toreken allen in de deelgemeente Hulshout, het kasteel Ter Borght en de mini-versie van ‘Manneken Pis’ te Westmeerbeek en de St. Adrianuskerk te Houtvenne.
Averbode
Na 15 km – Nog 168 km
Wie Averbode zegt, denkt onmiddellijk aan de Abdij, gebouwd op een heuvelkam op de scheiding tussen Kempen- en Hageland en gesticht in de 12de eeuw. Een legende vertelt dat de zwarte poort van het toegangsgebouw (1379) scharniert op 3 provincies. Het werkelijke ‘3-provinciënpunt’ ligt bij de omheiningmuur, aan de kant van Veerle. Het grote pronkjuweel is de abdijkerk, met zwierige baroktoren. Het kerkgebouw is in barok, maar heeft toch nog veel van de gotiek bewaard. In het interieur vallen het bijzonder rijke meubilair, het mooie hoofdaltaar, de indrukwekkende koorbanken en het 19de eeuwse orgel op.
Diest
Na 23 km – Nog 160 km
Diest, 22500 inwoners, was een graafschap van het Karolingische rijk. De stad dankte haar opkomst aan haar gunstige ligging, langs de handelsweg Brugge-Keulen en aan de rivier de Demer. In 1229 kreeg Diest stadsrechten van Hendrik I, hertog van Brabant.
In de 14de en 15de eeuw leefden de inwoners in grote welstand door een drukbezochte landbouw-, graan- en veemarkt, maar vooral door de lakennijverheid en -handel. Het Diestse laken was op bijna alle grote West-Europese markten te koop.
In 1499 kwam Diest door ruil in het bezit van Engelbrecht II van Nassau, graaf van Nassau. Tot 1795 bleef Diest eigendom van het huis Oranje-Nassau, toen de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk werden aangehecht. De oudste zoon van Willen van Oranje, Filips-Willem, ligt er begraven in de Sint-Sulpitiuskerk. Heden ten dage voert koningin Beatrix der Nederlanden nog steeds de adellijke titel Barones van Diest.
Door haar ligging bij de Demer, op de grens van Brabant en het prinsbisdom Luik en de connecties met Oranje-Nassau werd de stad vaak belegerd, geplunderd en verwoest. Tussen 1701 en 1705 kreeg ze te maken met Franse, Hol-landse en Spaanse bezetting. Onder de Oostenrijkers (1713-1790) herstelde de stad zich. Er werd weer volop handel gedreven en bier gebrouwen. Ook hier waren de Oostenrijkers niet populair en zag men de Fransen in 1792 als bevrijders. Zij gingen nog veel verder dan de Oostenrijkers met de repressie van het katholicisme, het invoeren van de conscriptie (de inschrijving van alle jonge mannen voor de verplichte legerdienst, ingevoerd door de Franse Wet van 5 september 1798) en het afschaffen van het Ancien Régime. Als gevolg hiervan brak de Boerenkrijg uit in 1798.
Het boerenleger bezette vier dagen de stad die de Fransen omsingeld hielden. Het grootste deel van het boerenleger kon via een noodbrug over de Demer ontsnappen en het onverdedigde stadje werd nog maar eens geplunderd, ditmaal door de Sansculotten,
Tussen 1815 en 1830 volgde de Hollandse periode. Tussen 1837 en 1853 werd Diest voorzien van nieuwe wallen en versterkingen, gericht tegen een mogelijke Hollandse inval. Deze fortificaties waren al verouderd bij het uitbreken van WOI.
Pas in 1929 kreeg de stad zeggenschap over de vroegere fortificaties. Tijdens WO II werd een groot deel van het nog resterende gedeelte afgebroken. Beide wereldoorlogen veroorzaakten geen verdere grote schade.
Het begijnhof van Diest, het strakke, uitgelengde dambordschema van dit stratenbegijnhof en de sobere gevelwanden staan in opvallend contrast met de barokke deuromlijstingen, bekroond met hun heiligennis. In de schitterende poort herkent men de plastische, Rubensiaanse barok. Op 2 december 1998, tijdens de vergadering van het comité van het werelderfgoed te Kyoto (Japan), werden de Vlaamse begijnhoven ingeschreven op de UNESCO-lijst van het Werelderfgoed
Haspengouw
Haspengouw is een landelijke regio in het zuidelijk deel van de provincie Limburg (met Tongeren, Sint-Truiden, Bilzen en Borgloon als belangrijkste steden, alsmede het oostelijk deel van de provincies vlaams en Waals-Brabant (met de steden Tienen, Zoutleeuw, Landen en Geldenaken [Jodoigne]) en het noord-westelijk deel van de provincie Luik. Deze regio wordt gekenmerkt door een glooiend landschap van zeer vruchtbare gronden die gebruikt worden voor landbouw en veeteelt.
Het zuidelijke deel, "droog Haspengouw" dat bij de Maas overgaat in de Condroz, is onderdeel van de leemstreek en een belangrijk akkerbouwgebied met suikerbieten en tarwe. In het noordelijke deel, "vochtig Haspengouw" dat een overgangsgebied naar de Kempen vormt, wordt vooral fruit en zuivel geproduceerd. Vanwege de talrijke fruitboomgaarden worden in de lente jaarlijks "bloesemfeesten" gehouden. Ook fruitveilingen en stroopproductie horen bij de streekproductie.
Enkele van de meest noordelijk gelegen wijngaarden in Europa bevinden zich hier.
Tongeren
Na 66 km – Nog 117 km
Tongeren, 29500 inwoners, is ontstaan in 15 vr Christus en daarmee de oudste stad van België. Ze is gelegen tussen de Jekervaller en de vallei van de Beek van Rooy. De zuidelijke deelgemeenten behoren tot droog-Haspengouw, de noordelijke gemeenten liggen in vochtig-Haspengouw. De waterscheidingskam tussen Maas- en Scheldebekken loopt dwars door Tongeren.
In de periode van de Romeinse verovering van onze streken werd de omgeving van Tongeren bewoond door de Eburonen, een stam onder aanvoering van Ambiorix (foto) en Catuvolcus. Na een list van de Eburonen, waarbij anderhalf legioen van de Romeinen zou zijn uitgeroeid, droeg de Romeinse vorst Julius Caesar op wraak te nemen en de hele stam uit te roeien. Ambiorix wist echter uit handen van de Romeinen te blijven en vluchtte.
Na de verdrijving van de Eburonen nodigden de Romeinen de Tungri, een Germaanse stam, uit om het vrijgekomen en zeer vruchtbare gebied te bewonen. Tussen 17 en 12 voor Chr. was er in de streek een legerkamp gevestigd. Uit dit kamp groeide later de nederzetting Atuatuca Tungrorum, het latere Tongeren. Het Germaanse woord 'Atuatuca' betekent, althans volgens Julius Caesar, 'versterking' of is de naam van deze versterking. Mede dankzij de vruchtbaarheid van Haspengouw en de ligging langs de belangrijke heirbaan Keulen-Bavay groeide Atuatuca Tungrorum uit tot een bloeiende Gallo-Romeinse nederzetting. Weldra werd er een administratief centrum en garnizoensplaats gevestigd. Atuatuca Tungrorum was verantwoordelijk voor de bevoorrading aan de legerkampen aan de Rijn, zoals Xanten en Nijmegem.
De stad had echter zwaar te lijden van een grote brand tijdens de Bataven-opstand in 70 n. Chr. In de 2de eeuw kreeg de stad een eigen omwalling, een Romeinse muur (foto). Dit was de grootste omwalling die de stad ooit zou krijgen. De stad was op zijn hoogtepunt. In de 4de eeuw werd deze muur ingekort en omsloot enkel nog het hoger gelegen stadsdeel. In deze periode werd de stad vereerd met het bezoek van onderkeizer Julianus. Van de omwalling uit deze periode is in feite enkel nog de Romeinse Toren op het Vrijthof bewaard, terwijl van de muur uit de 2de eeuw nog verschillende stukken overeind staan.
Visé
Na 89 km – Nog 94 km
Het gezellige stadje Visé heeft een 16de-17de eeuwse stadhuis, een boeiend streek-museum en de St-Maartenskapittelkerk, met daarin het schrijn van de Sint-Hadelin.
Land van Herve
Het Land van Herve ligt in de noordoostelijke hoek van de provincie Luik en is begrensd door de Maas, de Vesder, de Duitse en Nederlandse grens. Het wordt ook wel eens aangeduid met de namen “Tussen-Vesder-en-Maas” en “Luikse weidestreek”. Deze laatste benaming heeft wel zin als u weet dat op een totaal beteelde oppervlakte van 29.000 ha er niet minder dan 24.000 worden ingenomen door weiland.
Henri-Chapelle
Na 110 km – Nog 73 km
Henri-Chapelle (Hendrikkapelle) heeft een geklasseerde kerk waarin de merkwaardige “Balk van de Twaalf Apostelen” te bewonderen is. Maar meer nog dan de kerk is het stadje bekend omwille van het immense Amerikaanse kerkhof van 23 ha groot en met 28.000 soldatengraven die sneuvelden in de slag om Aken op het einde van de WOII.
Welkenraedt
Na 114 km – Nog 69 km
Welkenraedt (9000 inwoners) en de buurgemeenten Baelen en Bleiberg, vormt de zogenaamde Platdietse streek (het lokale dialect is er een vorm van het Limburgs dat meer naar het Duits toegaat, een overgangsdialect dat niet zo eenduidig bij het Nederlands of het Duits kan worden ingedeeld). Hoewel de gemeente officieel Franstalig is, is bij de vastlegging van de taalgrens (in 1963) de mogelijkheid voor het instellen van Nederlandse of Duitse taalfaciliteiten opengelaten. Volgens de Wet op het gebruik van de talen in het onderwijs (18 juli 1963) is er in Welkenraedt de mogelijkheid, het onderwijs in een andere dan de Franse taal te organiseren
Eupen
Na 120 km – Nog 63 km
Eupen is, met zijn meer dan 9000 ha, één van de grootste gemeenten van België. Het ligt in het Duitssprekende landsgedeelte en is een bekend toeristencentrum op de grens van het Land van Herve en de Ardennen.
De voornaamste bezienswaardigheden zijn: de barokke St-Niklaaskerk (1727) met haar 2 sierlijke torenspitsen, de St-Lambertuskerk, de gevels en verscheidenen kapellen. Op de maandag voor Aswoensdag -Rosenmontag- wordt in de stad op een uitbundige manier karnaval gevierd. Even buiten de stad is dé toeristische trekpleister bij uitstek: de stuwdam op de Vesder, die een stuwmeer van 126 Ha omsluit en een capaciteit van 25 miljoen m³ heeft. De hoogte van de muur is 58 meter.
Eifel
De Eifel en het Moezeldal zijn gelegen ten zuidoosten van Nederlands Zuid-Limburg en ten oosten van België en Luxemburg. De Eifel, 7000 km², heeft in zijn kernge-bied geen grote steden enkel vestigingen in kleine en zeer kleine dorpen. De grote steden liggen aan de Rijn. Door de Eifel lopen kleine rivieren en beken zoals de Ahr, de Brohl en de Nette, die in de Rijn uitmonden; de Sauer, de Prüm en de Kyll die in de Moezel stromen; in het noordwesten de Rur en de Urft die in de Maas eindigen.
Bestuurlijk is de Eifel gescheiden in twee delen: Nordrhein-Westfalen in het noorden en Rheinland-Pfalz in het zuiden. Qua bevolkingsdichtheid bestaan er grote verschillen in het gebied. Het Rijndal en de driehoek Bonn-Keulen-Aken zijn met meer dan 200 inw/km² dichtbevolkt, in de Eifel en Hunsrück is dit nog amper 20 à 50 personen/km². Het Moezeldal valt met 100 inw/km² in de hoogste categorie.
Tegenwoordig is er in de Eifel en aan de Moezel (550 km lang) meer welvaart dan vroeger. De wijnopbrengsten in het Ahr- en in het Moezeldal zijn goed te noemen.
Het Hohes Venn in het noordoosten vormt, landschappelijk gezien, een geheel met de in België gelegen Hoge Venen/Hautes Fagnes. Het is een heide- en moeras-gebied dat veel neerslag kent. De ondergrond is leisteen. Het kan er hard waaien; overal zien we dan ook de hoge beukenhagen om de wind te breken.
De Moezel die we een tijdje volgen en dan dwarsen, ontspringt in de zuidelijke Vogezen en stroomt slingerend door een dal dat vol staat met druiven-stokken en fruitbomen. Door de kronkelende loop van de rivier is de afstand tussen Koblenz en Trier over de rivier gemeten meer dan 2 keer zo groot dan in vogelvlucht.
Monschau
Na 138 km – Nog 45 km
Het pittoreske stadje (12500 inw) is met zijn met leistenen daken bedekte vakwerkhuizen sinds 200 jaar niet meer veranderd. Monschau is voor de Pallieter-trappers geen illustere onbekende. In ‘vroegere’ seizoenen stippelde wegkapitein Staf De Raet een klassieker richting Monschau uit.
Monschau is een druk bezocht toeristenoord. De burcht is het voornaamste bouwwerk van dit stadje gelegen in het smalle dal van de Laufenbach en tegen de steile hellingen van het nauwe Ruhrdal. In 1205 is het stadje ontstaan nadat er in de buurt een nonnenklooster was gesticht. 12 jaar later werd voor het eerst melding gemaakt van deze Romaanse burcht, waarvan het donjon en het portaal van het oorspronkelijke slot bewaard gebleven zijn. De rest werd in de 14de eeuw verbouwd. Na de verwoestingen in 1543 en 1689 duurde het tot de 20-er jaren om alles terug op te bouwen. Momenteel is er een jeugdherberg in gevestigd.
Andere bezienswaardigheden zijn het Scheibler-museum (Rotes Haus), de katholieke parochiekerken Maria Geburt en St. Maria, het oude raadhuis (1654), het drievleugelige Haus Elbers en het dubbele huis De la Tour.
Höfen
Na 144 km – Nog 39 km
Höfen (1400 inw), een typisch Hohes Venndorp en bijna grenzend aan Monschau, wordt beheerst door een neo-romaanse kerk met 2 torens. In het dorp zien we de talloze hoge beukenhagen die bescherming moeten bieden tegen de koude wind die hier vaak waait. Ook zijn er huizen waarvan het rieten dak bijna tot de grond reikt. Deze bouwwijze was tevens een bescherming tegen het klimaat. Verder heeft het dorp een zomerrodelbaan van 751 m en in de winter zijn er goede wintersportmogelijkheden.
De weg van Höfen naar Schleiden loopt door het militair gebied. Als er schietoefeningen zijn, wordt de weg afgesloten met slagbomen.
Schleiden
Na 64 km – Nog 19 km
Schleiden (4000 inw) is een aardig plaatsje aan de voet van een heuvel gelegen in het dal van de Olef. Het Schloss, het middeleeuws kasteel gebouwd op een steile uitloper van het gebergte beheerst het stadje. Verder is er nog de laatgotische katholieke Pfarrkirche, waar vermaarde concerten doorgaan.
Het stadje was in de middeleeuwen het middelpunt van het vroeger zo belangrijke ijzerwinningsgebied in de Eifel.
Rijnland-Paltz (Rheinland-Pfalz)
Geografie
Rijnland-Palts ligt in het zuidwesten van Duitsland en grenst aan Noord-Rijnland-Westfalen, Hessen, Baden-Württemberg, Frankrijk, Saarland, Luxemburg en België.
Geschiedenis
Rijnland-Palts is in 1946 door het bestuur van de Franse sector gevormd uit de voorheen Beierse Palts, het zuidelijke deel van de Pruisische Rijnprovincie, de voorheen tot Hessen-Darmstadt behorende provincie Rheinhessen, delen van de Pruisische provincie Hessen-Nassau en het voorheen Oldenburgse gebied rond Birkenfeld.
Als gevolg van de besluiten van de conferentie van Potsdam droeg de Amerikaanse regering de bezettingmacht in het huidige Rijnland-Palts op 15 juli 1945 over aan Frankrijk. Het bestuur van de Franse bezettingmacht organiseerde het gebied eerst in twee bestuurlijke gebieden: Rheinland-Hessen-Nassau en Hessen-Pfalz. Het land Rijnland-Palts werd op 30 augustus 1946 door een verordening van Generaal Pierre Koening, hoofd van de Franse militaire regering opgericht. Hierdoor werden de economisch en historisch samenhorende gebieden Koblenz-Bonn en Rijn-Main opgesplitst. De opname van het eveneens door Frankrijk bezette Saarland werd door de Franse regering geweigerd. Op 22 november 1946 werd in het theater van Koblenz een grondwet voor de nieuwe deelstaat ontworpen. Koblenz werd als hoofdstad van het land gekozen, en bleef dit tot 1950. Vanaf dan werd Mainz de hoofdstad. Dr. Wilhelm Boden werd als eerste minister-president van het nieuwe land verkozen. Hij bleef echter minder dan een maand in zijn ambt en werd dan opgevolgd door Peter Altmeier.
In het nieuwe, kunstmatig samengevoegde land was er in de eerste jaren weinig 'nationaal' gevoel en er ontstonden stromingen om de oude grenzen van de Pruisische en Beierse gebieden te herstellen. In 1956 werd op basis van artikel 29 van de Duitse grondwet in de voormalige Regierungsbezirken Koblenz, Trier, Montabaur, Rheinhessen en in de Palts referenda georganiseerd, waarbij de bevolking de wens kon uiten om de betroffen gebieden bij Noord-Rijnland-Westfalen, Beieren en Baden-Württemberg aan te sluiten. Alle referenda verkregen de noodzakelijke meerderheid, maar de uitvoering van de gebiedswijzigingen liet bijna 20 jaar op zich wachten.
Blankenheim
Na 183 km
Het middeleeuwse, toeristische plaatsje Blan-kenheim (9000 inw) ligt in het bosrijke nauwe dal van de ‘jonge’ Ahr. Door zijn oude gebouwen en vakwerkhuizen is het er sfeervol en heeft een prettig aanzien. Tot de bekendste vak-werkhuizen behoren het Gemeindehaus, Haus Lingscheidt en Haus Klahsen. Bij het vakwerkhuis de Brun-nenstube uit 1726 op de Steinpütz bevindt zich de oorsprong van de Ahr. Er komen niet minder dan 4 bronnen samen.
De burcht werd in de 12de eeuw gebouwd. Het slot werd door de jaren als sloopobject verkocht, waarna het totaal werd leeggehaald en ten dele afgebroken. In 1927 werd de ruïne tot jeugdherberg omgebouwd.
De rooms-katholieke parochiekerk St. Maria Himmelfahrt is in 1495 gesticht. In deze kerk zijn de plafondschilderijen, het orgel van 1660, de laatgotische koorstoelen, het fraai gesneden altaar en de kerkschat het bekijken waard.
Nonnenbacher Weg 2-6
D-53945 Blankenheim
Tel 00.49.2449.95500 - Fax 00.49.2449.955050 www.hotel-schlossblick.de - Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. |