Pallietertrappers gaan over de schreeve

Sinds enkele jaren is de verrassingreis een vast onderdeel op de kalender van onze club. Van bij de aanvang nam LudoC de organisatie op zijn sterke schouders. Steeds slaagt hij erin iedere deelnemer te boeien, te animeren en -zoals de naam laat vermoeden- verrassen. Vanzelfsprekend houdt hij en zijn Clara de bestemming zolang mogelijk geheim, vaak zelfs tot we reeds een tijd onderweg zijn.

Ieder jaar is het dan ook een gissen naar waar we dan wel zouden gaan. Wat we zouden gaan beleven? Wat krijgen we te zien?

De voorbije jaren bezochten we o.a. Brussel, Brugge, Gent, Rotterdam, Parijs, Trier, Luxemburg, Rijsel, Namen-Dinant, en Valkenburg. Onderweg en ter plaatse is er een gids die alles aan mekaar praat en ons verklapt wat er te zien is. Ook dit jaar waren het gissingen alom. De meest gehoorde bestemming die we in de wandelgangen noteerden was Reims? Zouden de Pallietertrappers graag aan de champagne zitten?

Niets van dat. Met 42-en trokken we naar de Westhoek, meer bepaald Poperinge, in het spoor van Wereldoorlog I, de Grooten oorlog.

Poperinge, de stad van Dirk Frimout, is gelegen tussen Ieper en Veurne. Het lag dus tussen 1914 en 18 in het midden van het strijdgewoel. Samen met Veurne is het echter één van de weinig Belgische steden die niet door ‘Den Duits' was bezet.

Poperinge is al sinds vroeg in de Middeleeuwen bekend. De lakenindustrie zorgde voor een nog grotere bekendheid maar toen er een wet werd uitgevaardigd dat ‘laken' tot slechts 15 km buiten Ieper mocht vervaardigd worden, zakte de plaatselijke economie in mekaar. Hop (een bekend ingrediënt van bier) bood een uitweg. Momenteel produceren de plaatselijke boeren een Poperingse hop (huppe, zoals men het ter plaatse noemt) van een ongekende kwaliteit.

Een dag als dit kan natuurlijk het best begonnen worden met een goed gevulde maag. In Poperinge startten we dan ook met enkele broodjes met beleg. We moesten hiervoor wel door de wagens en podia van ‘Marktrock 09' slalommen.

Nadien bezochten we het Talbot House een ontmoetingshuis van en voor de strijdende Britse soldaten, ongeacht hun rang of stand. In het stadhuis bezochten we de executiepaal en de celblokken. Niet minder dan 70 deserterende soldaten werden er aan de paal gebonden en neergeschoten.

Na het middagmaal in de buurgemeente Roesbrugge, begonnen we met onze toeristische rondrit door de Westhoek. Zo vertoefden we even in Frankrijk, gingen we over de ‘schreeve' (achter den IJzer), passeerden het kleinste douanegebouw, en merkten we links en rechts van de weg een boel kerkhoven van WOI.

Voor het middagmaal gaf de gids ons nog mee om op te passen met het eten. Het is namelijk bewezen dat de helft van de bevolking sterft van het eten, maar... de andere helft sterft ook.

We bezochten de Lijssenthoek Military Cemetery, de tweede grootste Britse begraafplaats van de Eerste Wereldoorlog (10.800 zerken). Ze lag vlak bij een groot veldhospitaal en dat verklaart waarom men hier graven aantreft van een Britse verpleegster, Chinezen, Amerikanen, Fransen, Australiers en Duitsers.

De vredestoren van Mesen gebouwd door de Ieren en Bayernwald waren de volgende stops. De ontdekte loopgrachten en de schuilkelders in Bayerwald, aan de voet van de Kemmelberg, geven ons een idee hoe hard het leven er voor de soldaten wel moet geweest zijn. Enkele honderden meters voorbij Bayerwald was ‘suicide point' (zelfmoordpunt). Hier kwamen de loopgrachten van de Duitsers en de geallieerden amper 10 meter van mekaar.

Onderweg passeerden we namen die iedere wielertoerist deed dagdromen en/of wegkruipen: Zwarte en Rode berg, Katzberg, Kemmelberg, Wijschate, Loker enz. Een 10tal seizoenen geleden deden we hier onder aanvoering van Frans Vandenvonder nog een prachtige, maar aartsmoeilijke rit.

Op de Katzberg is het klooster waar men de voorloper van het fameuze Westvleteren-trappistenbier brouwde. Zij kampen nog niet met een tekort aan paters. Zo zijn er de jonge paters Père Jan, Père Stijn en de wat oudere Père Totale.

Met een broodmaaltijd in The Old Fiddler (de oude vioolspeler) sloten we deze geslaagde dag af. Ondertussen verzorgde Stijn Meuris met zijn Monza de muziek van Marktrock. Enkelen hadden meer goesting om nog even te blijven. Toch keerden de deelnemers keerden moe maar voldaan terug huiswaarts.

Bedankt Ludo en Clara, onze culturele bagage is weeral uitgebreid. Het was een meer dan aangename dag. Het is nu al wachten op de ‘Verrassingsreis 2010'.

Zou het dan misschien toch naar Reims gaan?