Afstand : 141.1 km

 20230720 080741

 

20230720 091837

 

20230720 160538

20230720 202358

Eten met steun van VNZ.

 

 

HULSHOUT – VERONA

WTC Pallietertrappers

Woensdag 19 juli

Rit 5: Bad Sakingen -Wassen

Donderdag 20 juli

Rit 6: Wassen (CH) – Porto Valatravaglia (I)

Afstand: 154 en 143 km                    Weer: Zonnig tot 36°

Vertrek: 0815 Hr                    Aankomst: 16.45

Hotel: Gerig en Val de Sole

KLEDIJ SPONSORS:

TERVIA’s – PJORRE BETON – MAGNUS VILLAS –

ARGENTA HULSHOUT- MERLOO –

OPTIEK LODEWYCKX – WIBIO – VAN DYCK –

STORMS FIETSEN- PROVILA – DILS BOUWCENTER

KLEDIJ SPONSORS:

GARAGE DANNY DE RAET – KOVERA - DILS D & W – SANITAIR GUY DE WEVER – DE RAKKET

BOUW VOET - CAFE DE VAOT

Enkele zaken stonden centraal in beide ritten… kilometers fietsen langs waterwegen (kanalen of rivieren meren), klimmen naar +2000 meter en dat is al iets voor de grote mannen, warm en druk… Druk op de weg, in de kop, en bij de stops. Vandaag een briezende leeuw omdat wij op een prive parking van een hotel stonden. Een parking voor zeker 30 autos met enkeel 3 camions en 1 auto. De briezerd had t waarschijnlijk moeilijk omdat hij de kamers niet verkocht kreeg..

Gisteren in Zwitserland was het iet alleen betalen in Zwitser franken maar ook een gepeperde rekening voor iedere drank of alles wat geconsumeerd werd. En de baas maar lachen. Hij lachte zelfs met zijn eigen moppen. Maar eerlijk… het eten was lekker en de kamers ok. Zoals ook al de voorbije hotels.

Vandaag ging het dan verder de clim op. Nog 22 km en wat gebeurde er… de beteren reden verkeerd, wachten waar er niet gewacht hoefde te worden en dus een heel verrassende uitslag op de top. Onverwachte pallietertrappers (en vandaag gene pallieterstappers) die de bergpunten verdeelden. De bollekestrui verandert van schouders.

Nu slapen we aan de boorden van het Maggiore meer, één van de prachtigste Italiaanse meren.

Morgen verder Italië in, wilde chauffeurs, slechte wegen, druk verkeer en heet, heel heet.

Ciao,

Robert Latour weeral uit den toer.

van bij de start is het klimmen geblazen… ‘het Sint-Gottharreke’ wacht ons op…

Göschenen (1080 m)
Na 4 km - nog 138 km

In Göschenen staat op het kerkhof een gedenkteken voor Luis Favre, de bouwer van de Gotthardtunnel, en voor de 177 arbeiders die gedurende de 10 jaar van de tunnelaanleg om het leven zijn gekomen.

Andermatt (1433 m)
Na 10 km - nog 132 km

Andermatt (1600 inw) in het brede Urserental mag zich gelukkig prijzen om zijn uitsteken-de ligging, waardoor het plaatsje zich zowel in de zomer als in de winter in de gunst van talrijke toeristen mag verheugen.
In Andermatt komen drie paswegen (Furka-, Gotthard- en Oberalpas) bij elkaar en is er dan ook altijd druk verkeer. Daarbij komt nog nogal wat militair vervoer naar de oefen-terreinen in het berggebied in de omgeving.
In het dorp zelf valt de gezellige hoofdstraat en de barokke Pfarrkirche (1695) op met ro-coco interieur, een hoogaltaar uit 1698 en een doopvont uit 1582. Buiten het plaatsje staat tegen de bergwand een aan de Heilige Columba toegewijd kerkje uit de 13de eeuw. Met een kabelbaan kunnen we in 12 min naar de Gemsstock (2961 m). Van daaruit hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving.

Hospental (1489 m)
Na 12 km - nog 130 km

De toren van Hospental werd in de 13de eeuw gebouwd voor de familie Hospental,
De katholieke kerk van Maria Himmelfahrt werd in 1705-11 gebouwd door Bartholomaus Schmid. Het barokke gebouw heeft blinde bogen aan de buitenkant, zoals de parochiekerk van dezelfde architect in Andermatt. Het belangrijkste historische huis in het dorp is het patriciërshuis van de familie Müller, plaatselijk bekend als het Haus Müller-Lombardi omdat de laatste van de familie die er woonde, Lina Müller (overleden in 1978) het 19de kind was van Carl Alois Müller en Genovefa Lombardi.
Het huis onthult nu zijn oorspronkelijke rode buitenkant en aantrekkelijk versierde groen geschilderde ramen.

St Gotthard (2110 m)
Na 21.5 km - nog 110.5 km

De Sint-Gotthard, of Gotthardpas was tot de aanleg van de Gotthardtunnel de belangrijk-ste doorgaande weg in de Zwitserse Alpen. Ook daarna bleef het een drukke noord-zuidverbinding (totdat er ook een tunnel kwam voor het wegverkeer).
De pas verbindt Andermatt met Airolo en is vernoemd naar de Godehardus van Hildes-heim (Heilige Gotthard) uit Beieren.

De geschiedenis van de Gotthardpas begint al in de middeleeuwen. De Romeinen hebben hem waarschijnlijk niet gebruikt. Toen de Longobarden in het jaar 569 vanuit het zuiden oprukten om over de pas te komen, bouwden zij over de Reusse een aan kettingen han-gende brug. Ten tijde van Karel de Grote werd de pasweg voor lastdieren ingericht. De Langobardische brug werd in 1198 vervangen door de veel zekerdere Teufelbrücke Het oudste gebouw aan de pasweg is de kapel die rond de 11de eeuw door de Milanese aarts-bisschop St. Galdinus gewijd zou zijn ter ere van de kort daarvoor heilig verklaarde Gotthard.
In 1707 werd de Urnerloch, een 64 meter lange tunnel, geboord. Daardoor werd de toe-gankelijkheid verbeterd. Toch bleef de weg nog altijd maar een 3 tot 4 meter breed trekpad voor lastdieren, verhard met grote stenen.

De Schöllenenkloof vormde aanvankelijk een onoverkoombare hindernis. De in 1198 ge-bouwde brug werd om die reden dan ook Duivelsbrug (Teufelsbrücke) genoemd. Met de bouw van de Teufelsbrücke en de Twärrenbrücke in het bovenste deel van de Schöllenen was de deur naar het zuiden geopend. Al snel ontdekten de kooplieden dat de snelste rou-te naar Italië over de Gotthard voerde en de bevolking van de pasweg wist hieruit weer voordeel te behalen.

In mei 1882 werd na tien jaar bouwtijd de spoorwegtunnel door het Gotthardmassief geo-pend. In één klap keerde de rust op de pasweg weer terug. Maar niet voor lang, want kort na 1900 doken de eerste auto's op en begonnen deze de pas te veroveren. Duidelijk werd dat de voor het koetsenverkeer gebouwde weg niet langer geschikt was.
In de jaren dertig en veertig werden enkele delen uitgebouwd en verbeterd. Vanaf begin jaren vijftig vonden grootschaliger werkzaamheden plaats. Allereerst werden de tunnel Urnerloch en de Duivelsbrug gemoderniseerd en in de jaren zestig en zeventig volgde de bouw van de nieuwe weg richting Airolo.
Ondertussen had de Zwitserse staat de bouw van de Nationalstrassen opgenomen. Er zou een autosnelweg van Bazel naar Luzern komen gevolgd door een weg aan de linkeroever langs het Vierwoudstrekenmeer. Maar de Gotthard was in het geplande netwerk van doorgaande wegen niet opgenomen. Daarom werd in maart 1960 een motie ingediend voor een gegarandeerde verbinding door het massief in de winter.
Het uiteindelijke resultaat was het begin van het bouwen van de Gotthard-wegtunnel die in 1980 werd opengesteld als onderdeel van verbinding A2. Al vanaf 1947 werd een volgende noord-zuidtunnelverbinding door het Gotthardmassief besproken, namelijk een basis-spoorwegtunnel.
Politieke maar vooral technische belemmeringen, maakte dat de bouw daarvan uiteinde-lijk pas in 1999 zou beginnen. Maar anno 2017 is ook de nieuwste Gotthardverbinding als Gotthard basistunnel in gebruik.

Ticino
Deze ‘Italiaanse hoek’ van Zwitserland heeft de vorm van een omgekeerde driehoek, waarvan de basis tegen de centrale Alpenketen ligt. Ticino beslaat 7 procent van het Zwitsers grondgebied met iets meer dan 4 procent van de totale bevolking. Hoewel het politiek en geografisch deel uitmaakt van Zwitserland, zal zelfs de grootste Zwitsers chauvinist erkennen dat Ticino qua cultuur meer Italiaans is. De Gotthard vormt in feite de natuurlijke grens tussen het Duitse en het Italiaans Zwitserland.
Voor natuurliefhebbers is Ticino een van de interessantste gebieden van Zwitser-land. Niet alleen vanwege de rijke variatie, maar vooral door de unieke combinatie van alpiene en mediterrane soorten. Alpenplanten zoals de akelei en dwergwilg groeien hier zij aan zij met camelia’s en azalea’s. De glooiende terrassen van de heuvels staan vol met wijnranken, tamme kastanje en walnootbomen. In de hogere dalen zijn er volop marmotten en berghazen, soms ziet men een steenmarter en heel af en toe zelfs een adelaar. Ook het klimaat is hier mild te noemen. De temperatuur is gemiddeld 12°, zakt zelden onder het nulpunt en stijgt zelden boven 30°.

Valle Leventina en Riviera
Velen kennen dit zuidelijke dal dat de Gotthard met Bellinzona verbindt eigenlijk nauwelijks. Hoog op de hellingen van dit grootse dal zijn bijzonder aardige plekjes te vinden. Een deel van de bevolking van de dorpjes in het Valle Leventina die links en rechts van de weg verspreid liggen, is vertrokken naar de belangrijke toeristen-plaatsen. Vooral in het bovendal dat nog een echt alpien karakter draagt.
Het benedendal van Biasca tot Bellinzona draagt de mooie naam Riviera. Een naam die wat overdreven klinkt, maar reizigers komend uit het noorden worden be-koord door de zuidelijke plantengroei. De streek is sterk geïndustrialiseerd.

Airolo (1174 m)
Na 36 km nog 106 km

Airolo (2000 inw) is de grootste en drukste plaats in het bovendal. In het voormalige, nu fraai gerestaureerde tolhuis Alte Sust op de pas is het Gotthardmuseum ingericht.
Het plaatsje werd in 1877 bijna volledig in de as gelegd door een brand. Toen het net werd heropgebouwd, werd het bijna weer verwoest door een aardverschuiving van de Sasso Rosso. Een aantal soliede wallen behoeden Airolo momenteel tegen deze geva-ren.

Faido (714 m)
Na 53 km - nog 89 km

Faido (1800 inw) wordt beschouwd als de hoofdplaats van het dal. Omdat Faido zeer gunstig gelegen is voor wandelingen en uitstapjes is het ook als verblijfplaats in trek. Het centrum wordt gevormd door een dorpsplein, waaraan 16de en 17de eeuwse houten huizen staan die versierd zijn met houtsnijwerk.

Lavorgo (618 m)
Na 58 km - nog 84 km

Lavorgo ligt op de valleibodem van Media Leventina aan de noordkant van de Biaschina Schlucht. Mensen vestigden zich hier al heel vroeg, getuige prehistorische vondsten en Romeinse graven. Na het omzeilen van de bijna onbegaanbare Biaschina Schlucht was Lavorgo waarschijnlijk een rustplaats voor muilezeltreinhandelaren. De kloof blijft een aanzienlijke belemmering, zelfs voor het hedendaagse verkeer. Het wordt beheerst door de spoorweg door twee spiraalvormige tunnels en door de snelweg door middel van een viaduct. De bouw van de Gotthardbahn, die bij Lavorgo tot stilstand kwam, bracht aan het einde van de 19de eeuw een aanzienlijke bloei in het dorp. De rust is echter teruggekeerd in het dorp en zijn 250 inwoners met de sluiting van het treinstation van Lavorgo. Het gebied rond Lavorgo, zoals het zonnige terras boven de Leventina, kan nu ver van de toeristi-sche drukte worden verkend.

Giornico (400 m)
Na 64 km - nog 78 km

Giornico is omgeven door wijngaarden en wordt in tweeën gedeeld door de rivier de Ticino. De linkeroever van de rivier wordt gekenmerkt door een compact dorpscentrum, met voormalige wijnboerenhuizen langs de smalle straatjes. De Torre di Attone, een van de oudste gebouwen in het dorp, ligt ook aan deze kant. Het bewoonde eiland in het mid-den van de rivier kan worden bereikt via romaanse bruggen. De rechteroever kan vanaf hier worden bereikt door extra bruggen over te steken. Dit deel van het dorp onderscheidt zich door zijn vele heilige gebouwen. Deze omvatten de beschermde kerk van St Nicolao, een van de belangrijkste romaanse gebouwen in het kanton Ticino. De kerk van San Mi-chele, die een interessant 16e-eeuws gevleugeld altaarstuk herbergt, ligt er direct naast.
Casa Stanga is een ander belangrijk gebouw in Giornico. De gevel is beschilderd met meer dan 50 wapenschilden die dateren uit 1589. Deze kwamen waarschijnlijk van be-roemde reizigers die het dorp bezochten. Tegenwoordig is er in Casa Stanga een muse-um.

Osogna (271 m)
Na 80 km - nog 62 km

In de vallei van Osogna waren er veel wilde dieren. De laatste beer werd in 1837 gedood door Francesco Antonio Mattei. Tussen 1808 en 1837 werden er 15 beren gedood. De Kan-ton betaalde een beloning van 50 Milaanse pond voor elke gedode beer. (Men had het recht een poot te presenteren als bewijs).
Het dorp was een kruispunt op de Gotthard-route. Er waren herbergen waar passagiers en paarden de nacht konden doorbrengen. De Ticino rivier overstroomde vaak de velden en weiden. Zelfs vandaag de dag kan het gebeuren dat sommige delen zijn overstroomd, ondanks de dammen.
In 1899 werkten er ongeveer 1500 mannen in de granietwinning en -bewerking, een van de belangrijkste industrieën in Ticino. In 1908 was de productie gedaald met de helft omdat de concurrentie van gewapend beton toenam. De laatste steengroeve sloot rond 1960.

Bellinzona (238 m)
Na 95 km - nog 47 km

De stad ligt ten oosten van de rivier de Ticino, die het kanton zijn naam heeft gegeven. De stad Bellinzona is een verkeerscentrum, van waaruit 4 Alpenpassen worden bereikt.
In 1475 werd de stad de eerste keer in de literatuur genoemd. .Bezienswaardigheden zijn de 3 kastelen van de stad, die met de stadswallen tot het werelderfgoed van de UNESCO behoren. Op 23 april 1924 vond er een ernstig treinongeluk plaats bij Bellizona, waarbij 15 doden vielen.

Magadino (207 m)
Na 111 km - nog 31 km

Fietsten we het overgrote deel van de rit langs de oever van de Ticino-rivier dan fietsen we hier ruim 1 km langs het prachtige Lago Maggiore. Tevens fietsten we circa 90 km bergaf. We fietsen nu tot ons hotel verder langs het meer.

Magadino was een belangrijke haven en een belangrijk douanestation op de doorvoer-route ten noorden van Lombardije naar de steden van de Alpen. Het belang ervan groei-de in 1515 na het instorten van de brug over de Ticino-rivier bij Bellinzona. Met de intro-ductie van het reguliere stoomschipverkeer (1826) en de opening van de weg over de Gotthardpas (1830) werd Magadino een halte op de busroutes. Er werden veel nieuwe pakhuizen, hotels en restaurants gebouwd, waarvan sommige nog steeds zichtbaar zijn. Het verval van de haven begon met de opening van de spoorlijnen naar Locarno (1874) en Luino (1882).

In Dirinella, na 121 km, verlaten we Zwitserland en fietsen Italië binnen, voor velen een eer-ste kennismaking met het land per fiets…

Lago Maggiore
Het Lago Maggiore is een meer in het grensgebied van Italie en Zwitserland. Het meer is 212 km² groot, 60 km lang, maximaal 10 km breed, maximaal 372 m diep en ligt op 193 m boven de zeespiegel. Het noordelijke deel ligt in de Alpen, het zuide-lijke deel in het heuvelland, de overgang tussen de Alpen en de Povlakte.
Bekende plaatsen langs het meer zijn Locarno, Ascona, Verbania, Luino en Stresa. De rivier Ticino stroomt in het noorden het meer in en verlaat het in het zuiden om uiteindelijk in de Po uit te monden.
Er liggen ook eilandjes in het meer. De bekendste zijn de romantische eilanden Iso-la Bella, Isole Madre en Isola dei Pescatori. Deze eilandjes liggen in de grote baai of uitham van het meer naar het westen bij Verbania. Bij Cannero liggen op drie ei-landjes de ruïnes van middeleeuwse kastelen, de Castelli di Cannero.
Er leven ook beroepsvissers van het meer. Er wordt ongeveer 150 ton vis per jaar gevangen. Het meer bevat een forelsoort die nergens anders ter wereld voorkomt.
Het meer is sinds lange tijd een belangrijke toeristische trekpleister. De Europese adel streek in de 19de eeuwmassaal neer in de luxe hotels of bouwde eigen villa's, vaak met een botanische tuin. Zo is langs de oevers van het hele meer een exoti-sche beplanting ontstaan, met voornamelijk verschillende soorten palmen, sommi-gen zelfs ingevoerd van China.

Pino Sulla Sponda del Lago Maggiore
Na 122 km - nog 20 km

Het dorp, een mondvol, herbergt de kerk van S. Maria Assunta, een oorspronkelijke ro-maanse kapel uit de 13de eeuw vergroot en gerestaureerd in de 18de eeuw; de parochiekerk van de heiligen Quirico en Giulitta eveneens van romaanse oorsprong, en het Heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw-van-Genade uit de 17de eeuw. Verder is/was er de Middeleeuwse toren uit de 6de-7de eeuw die deel uitmaakte van een grotere vesting maar nu volledig verlo-ren is gegaan. In 1874 werd het gerenoveerd om het stadskantoor te huisvesten.
In 1964 werd in een huis in de buurt een graf van Keltische oorsprong gevonden (5de eeuw). Binnenin tonen verschillende vondsten een bijzondere vaardigheid in de kunst van keramiek en beitel, bronzen ringen, een koperen broche en een bewerkt bronzen handvat.

Maccagno
Na 130 km - nog 12 km

Maccagno is verdeeld in Maccagno Inferiore en Maccagno Superiore. Twee beziens-waardigheden torenen boven het dorp uit. Een van deze attracties is de keizerlijke toren, de Torre imperiale. Het andere hoogtepunt is het heiligdom van Madonnina della Punta, een structuur ondersteund door grote arcades die boven het Lago Maggiore uittorenen als op een balkon.
Het bovenste deel van het dorp –Maccagno Superiore– is iets moderner dan zijn tegen-hanger. Deze wijk heeft het stadhuis. De Casa Branca met zijn mix van arcades en de bin-nenplaats is een prachtig gebouw. Maar nog indrukwekkender is het betoverende pano-rama met het fantastische natuurlijke landschap van de heuvels van het kanton Ticino tot de Borromeïsche Golf.

Luino
Na 135 km - nog 7 km

Met de kerk van Madonna del Carmine is een wandeling langs de Lungolago een must. Het gebouw heeft prachtige fresco’s die dateren uit 1540. De kerk van San Giuseppe grenst aan deze kerk aan de Lungolago promenade. Een vestibule met luifeldragende zuilen is het kenmerk van deze kerk. Daarnaast is de kerk uit de 18de eeuw versierd met een portaal waarin twee grote barokke sculpturen de apostelen Petrus en Paulus afbeelden.
Wandel door het historische en iets verhoogde stadscentrum, dat direct grenst aan deze kerk. Kijk uit naar de centrale piazetta, waarvan de parochiekerk van San Pietro e Paolo en Piazza Garibaldi niet ver weg zijn. Niet ver van de stad ligt de kerkhofkerk van San Pietro in Campagno. Deze kerk ziet er van buitenaf onopvallend uit. Maar speciale ken-merken zoals een campanile uit de 11de eeuw of een fresco van de Aanbidding der Wijzen op het rechter zijaltaar bewijzen welke schatten er eigenlijk in de kerk verborgen zijn.

Porta Valtravoglia
Na 142 km - nog 0 km

De aanwezigheid van de mens in Porto Valtravaglia (oftewel kortweg ‘Porto’, 2400 inw) is al in de ijzertijd gedocumenteerd. De Romeinen bereikten het gebied vóór de periode van Augustus en bleven hier tot de 4de eeuw. Na de middeleeuwen en die van de heerlijkheden beleefde de stad zijn belangrijkste periode in de jaren 1700, toen het lokale ondernemer-schap de hardwerkende burgers (vissers, glasblazers en staalarbeiders) prees. Vanaf dit moment stonden de inwoners in Porto Valtravaglia bekend als mezarat of vleermuizen, de mensen van de nacht, vanwege de frequente nachtdiensten in de verschillende lokale fa-brieken.
Het is heel interessant om de intacte oude openbare washuizen (met hun originele ken-merken) te bekijken. De promenade langs het meer van Porto is een schat met prachtige 17de-eeuwse gebouwen. De kerk van San Rocco ( foto) is ook uit dezelfde periode, hoe-wel het werd gebouwd vanaf een kapel in 1523. De Romaanse kerk van S. Maria Assunta (foto ) is ook een bezoek waard en is nu verbonden met de gelijknamige kerk van het gehucht Domo met een waardevol orgel uit de 16de eeuw. Dit gehucht, dat in het achterland ligt, heeft een reeks heilige gebouwen die deel uitmaken van een heilig complex. Dit zijn de San Giovanni-doopkapel uit de Karolingische periode, de zeer oude kerk van Santo Stefano die momenteel wordt omringd door privéwoningen orgel. Ook de oude kleine kerk van San Michele al Monte ( foto) is een bezoek waard.

Albergo DEL SOLE
Piazza Imbarcadero 18
I-21010 Porto Valtravaglia

Tel 00.39.332.547.747
email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
www.hoteldelsolelagomoaggiore.it