Onze eerste 'Poolse' rit.

Gelet op de plaatsnamen, wordt het een plezante bedoening voor onze 3 wegkapiteins van dienst.  :-)  :-)

 

Donderdag 23 juli
Rit 6: Gorlitz - Wroclaw
162 km

Sorry beste lezers, maar vandaag een kort, heel kort verslagje.Fotos volgen hopelijk morgen nog.....

Problemen bij het binnenkomen van een van de grootste Poolse steden Wroclaw, zoeken naar het hotel ter vervanging van hotel Duet die een week voor vertrek nog een wijziging doorvoerden.

De rit was mooi, altijd over de baan 94 met enkele kilometers verbindingsweg er tussen. Haha, dat waren drie stroken kassei de naam Parijs Roubaix waardig. Er werd gevloekt dat het een goeie lust was. Ik had geluk dat ik als parcoursbouwer in den auto zat.

Onderweg, en ook al gisteren, ooievaars (eujveers) langs de kant van de weg. Geen vijver te bespeuren, in het open veld.

Verder was het een golvend parcourke tot hier. Ook nog onderweg enkele hertjes. Bambi-kes; enkelen werden er zowaar stil van.

Momenteel zitten we in Hotel Patio, een ramp om de volgwagen te parkeren, maar een prachtig hotel. Kamers lijken net een eiland.

Nu avondeten.

Groetjes van alleman aan jullie in Hulshout en omstreken.
Het ga jullie goed, met ons nog beter.

Morgenvroeg vertrekken enkele dames die ons zaterdag hopelijk met open armen zullen verwelkomen in Krakau. Ok daar zien we naar uit.

Ciao en tot morgen.

 

Autobedrijf BOB BRUYNSEELS  -  KANTOOR THYS

DILS D & W  -  STEYLAERTS

 

Zgorzelec: Na 2 km - Nog 158 km
Zgorzelec is sinds 1945 de gedeelde Poolse buurstad van het Duitse Görlitz. De stad ligt op de oostoever van de Neisse in het Woiwodschap Neder-Silezië en telde in 2001 36.400 inwoners.
De stad is een belangrijke grensplaats met zowel een grensovergang in de stad als voor de Autobahn en de spoorwegen.

Jedrychowice : Na 5 km - Nog 155 km
Administratief, gelegen op de rechteroever van de Neisse rivier, behoort Jedrychowice tot Zgorzelec. Bij vrachtwagenbestuurders is de plaats gekend als eerste Poolse halte op de A4 autostrade. De gemeente telt amper 680 inwoners.

Boleslawice: Na 40 km - Nog 120 km

Bolesławiec werd in 1201 voor het eerst vermeld en kreeg in 1251 stadsrechten. In de tijd volgend, weet de stad tot bloei te komen, vooral omdat de stad geprivilegieerd was bier te brouwen. Aanvullende inkomsten kwamen later uit handel en (huis)industrie. De stad is gunstig gelegen aan de historische handelsroute Breslau/Wrocław-Dresden.
Vanaf de 14de eeuw viel het gebied rond de stad onder de Boheemse kroon.

Tijdens de Dertigjarige Oorlog werden in 1642 door de Zweden grote verwoestingen aangericht. Op de plaats van het toen verwoeste kasteel verrees een nieuwe kerk.
Bunzlau, zoals de stad in die tijd werd genoemd, werd in 1742, samen met het grootste deel van Silezië bij Pruisen gevoegd. Hierna volgde een grote bloeiperiode, vooral dankzij de nieuwe afzetmarkten voor het keramiek. Aan het einde van WOII werd de stad door het oprukkende Rode Leger zwaar beschadigd. Circa 60% van de binnenstad ging daarbij verloren. Vanaf 1945 werd de gehele Duitse bevolking van de stad verdreven. De nieuwe bewoners waren vooral afkomstig uit het deel van Polen dat door de Sovjet-Unie was geannexeerd.
Sinds circa 1970 wordt ook het traditionele aardewerk weer in de stad gemaakt. Het is in vele winkels en bij de fabrieken te koop. In het kleine centrum zijn veel historische gebouwen hersteld.

Neder-Silezië vormde samen met Opper-Silezië een provincie van Pruisen van 1741 tot 1870, en vervolgens van Duitsland van 1870 tot 1919, om daarna gesplitst te worden. Van 1941 tot 1945 was het een gouw van Groot-Duitsland. De geallieerden en de Sovjet-Unie wezen het gebied aan Polen toe, ter compensatie van de gebieden die dat land aan de Sovjet-Unie moest afstaan.
De provincie ontstond in 1919 door opsplitsing van de provincie Silezië, waarbij de Regierungsbezirke Breslau en Liegnitz samen Neder-Silezië gingen vormen. De bevolking was 95% Duitstalig en 68% luthers-protestants (68%).
Opper- en Neder-Silezië werden in 1938 weer verenigd tot Silezië, maar in 1941 wederom opgesplitst. Na WO II werd de provincie, die op enkele districten na ten oosten van de Oder-Neissegrens lag, vanaf die rivier aan Polen toegekend. De bijna 5 miljoen mensen tellende Duitstalige bevolking was in februari 1945 deels naar het westen gevlucht, voor een ander deel naar Bohemen en Moravië (Tsjechië). De laatsten werden teruggestuurd en vervolgens alsnog verdreven. Neder-Silezië werd als provincie opgeheven en herbevolkt met Polen.
Sinds 1999 is in Polen het woiwodschap Neder-Silezië gevormd dat grotendeels met de vroegere Duitse provincie overeenkomt.

Geen enkele andere Poolse regio telt zoveel kastelen en herenboerderijen. De oudste dateren uit de 13de eeuw en zijn de laatste getuigen van de bewogen geschiedenis van Neder-Silezië, dat afwisselend in handen was van de Tsjechen, de Polen, het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije en Duitsland. Deze prachtige woningen op hoge rotspunten of verscholen in een romantisch park of op de oever van een meer waren het toneel van familie-intriges en ruzies binnen de adellijke families die er woonden. Vandaag zijn de meeste kastelen opengesteld voor het publiek, je ze kunt bezoeken of er worden concerten, festivals, tentoonstellingen of andere evenementen gehouden. In een groot aantal huizen ook restaurants en luxehotels, een droomomgeving voor een vakantie in het groen die bovendien betaalbaar is!

Chojnow: Na 71 km - Nog 89 km
Chojnow is gesticht voor de 13de eeuw op de plaats van een oudere nederzetting genaamd Honowo. Honderd jaar later werd ze ommuurd. Economisch dreef de stad op de wolverwerking en de eerste burgemeester -Albert- kwam uit het Ieper, een centrum van de wolhandel. De stad lag in het Hertogdom Liegnitz (Legnica) en hertog Friedrich III bouwde hier in 1547 een residentie. Onder zijn bewind voerde de stad in 1535 de lutherse hervorming in. De welvaart nam toe. Inmiddels was het hertogdom sinds 1526 een leen van het huis Habsburg geworden en juist dat werd een oorzaak van een oorlog waarin katholieken onder de Habsburgse keizer en lutheranen onder de Zweedse koning elkaar bevochten en de Duitse landen zwaar verwoestten. In deze Dertigjarige Oorlog (1619-1648) kwam de helft van de bevolking om het leven of vertrok ze naar elders toen hun huizen verwoest werden. De vrede liet in 1648 de hertog in zijn positie en stond de burgers toe bij hun geloof te blijven, hoewel zij hun kerken moesten afstaan aan de katholieken die een geprivilegieerde minderheid gingen vormen. In 1675 kwam de stad rechtstreeks onder de Habsburgse keizer. In 1741 echter veroverde de koning van Pruisen Silezië, dat nu een Pruisische in plaats van een Oostenrijkse (Habsburgse) provincie werd. De textielnijverheid aan het einde van de 18de eeuw bereikte weer het peil van voor de Dertigjarige Oorlog en het inwonertal kwam eveneens weer op ruim 2000. Door een vroege aansluiting op het spoorwegnet (1845) ontwikkelde zich een moderne textielindustrie die het aantal inwoners in de 19de eeuw deed groeien tot ruim 10.000. Het stond even boven dat peil op 11.000 toen in februari 1945 Sovjet-legers de stad veroverden en deels verwoestten. De inwoners werden door de Poolse autoriteiten, die het gezag overnamen, naar het westen gedeporteerd en Polen kwamen in hun plaats. Hun aantal zou uiteindelijk het vooroorlogse gering gaan overtreffen en tenslotte de huidige 14.000 inwoners bereiken.

Legnica: Na 89 km - Nog 71 km
Als residentie wordt Legnica (106000 inw) voor het eerst in 1175 genoemd. Als bewoners van de markt- en overslagplaats worden dan ook Joden en Duitsers vermeld. Een voortdurende onderlinge strijd tussen de hertogen verzwakte het Poolse koningschap en de hertogen verzelfstandigden zich in eigen hertogdommen. In 1241 voerden de Silezische hertogen slag tegen de Mongolen die vanuit het oosten binnendrongen en Oekraïne en het zuiden van Polen brandschatten en beroofden. De Slag bij Liegnitz was van belang voor geheel Midden-Europa. De Mongolen trokken zich terug, omdat zij niet op gebiedsgewin maar op buit uit waren. Overigens werd duidelijk dat er op onvoldoende onderlinge steun gerekend kon worden en de Silezische hertogen wendden zich naar het westen om daar steun te zoeken bij vorsten in het Duitse Rijk. De Liegnitzer hertog Boleslaw II liet na 1242 de afgebrande houten burcht en de stad opnieuw in steen aanleggen en trok handwerkers en handelaren uit Saksen en Thüringen aan, die volgens Duits stadsrecht hun bestuur mochten regelen.

De stad Liegnitz breidde zich in omvang uit en kreeg het recht op het slaan van een eigen munt. Scholen met bovenregionale betekenis en een aantal kloosters werden opgericht. De stad ontwikkelde zich tot de 2de grootste van Silezië, na Breslau. Toen de laatste Liegnitzer hertog in 1419 was gestorven en zijn erfenis in een strijd terechtkwam tussen vermeende erfgenamen speelde de stad ook als partij een belangrijke rol. In 1522, werd de lutherse reformatie in stad en hertogdom ingevoerd. Na een eeuw kwam een einde aan de bloeiperiode. De Dertigjarige Oorlog veroorzaakte toen zodanige verwoestingen dat het inwonertal terugliep tot 1/3, nl. 2500.

In 1526 was het koninkrijk Bohemen in handen van het huis Habsburg gekomen en werd deel van de Oostenrijkse provincie Silezië. De stad werd militair steunpunt met moderne fortificaties en kreeg herhaaldelijk te lijden van epidemieën. De hertogen van Liegnitz-Brieg-Wohlau gingen nauwe (huwelijks)banden aan met de keurvorsten van Brandenburg en Anhalt-Dessau om hun zelfstandigheid tegenover het huis Habsburg te kunnen garanderen. In 1675 stierf de laatste hertog Georg Wilhelm van Liegnitz-Brieg-Wohlau zonder een opvolger na te laten. De leensheerlijkheid van hertogdom en stad kwam onder Habsburgs gezag.

De Rooms-Katholieke Kerk kreeg kerkgebouwen terug en ontving bijzondere privileges. Een jezuïtencollege werd opgericht ten behoeve van het opnieuw katholiek maken van de bevolking. Kerken en kloosters werden in barokke stijl gerenoveerd. In 1742 wordt, na een langdurige oorlog tussen Oostenrijk en Pruisen, geheel Silezië door het koninkrijk Pruisen ingelijfd. In de napoleontische tijd was de stad een Pruisische garnizoensplaats en moest ze deze bekostigen zonder er veel aan te verdienen. Enkele kloosters werden tot kazernes ingericht en nadat ze waren uitgewoond, moesten ze worden afgebroken. Daarna werd Liegnitz een bestuurs-centrum in de Pruisische provincie Neder-Silezië. De bevolking nam weer toe en als tussen 1844 en 1875 spoorwegverbindingen door Liegnitz worden aangelegd is dat dat ook de basis voor moderne industrialisering, met name in de vorm van machinefabrieken, en voor de oprichting van vakscholen.

Begin 1945 werd de stad door het Sovjet-leger bezet en dat ging gepaard met geringe verwoestingen. Daarna werd vrijwel de gehele bevolking, voor zover al niet gevlucht, door de Poolse autoriteiten die het gezag overnamen, naar het westen afgevoerd en vervangen door Polen. De grotere monumentale huizen, openbare gebouwen en de kerken werden gespaard, zoals de lutherse Domkerk die aan de rooms-katholieke kerk werd overgedragen, en waarin het prominente beeld van Maarten Luther aan de ingang werd vervangen door dat van de Maagd Maria. De stadssanering in de jaren zestig brak de kleinschalige binnenstad af. Woonflats kwamen ervoor in de plaats.
In 1992 verhief verhief Paus Johannes Paulus II de stad, inmiddels genaamd Legnica, tot zetel van een bisdom.

Wroclaw: Na 160 km - Nog 0 km
Wroclaw is gelegen aan de Odra (Oder), niet alleen op beide oevers maar ook op twaalf eilanden in de rivier, en telt 130 bruggen. In Wrocław kruisten twee belangrijke handelsroutes, de Via Regia en Barnsteenroute. De stad behoorde tot de Hanze. Wrocław is de belangrijkste historische stad van Silezië en was de hoofdstad van de Pruisische later Duitse provincie Neder-Silezië.
Wrocław telt 644000 inwoners, waarmee het de 4de stad van Polen is. In 1871 was het de 3de stad van Duitsland, na Berlijn en Hamburg.

De eerste keer dat Wroclaw in historische documenten wordt genoemd is onder de naam Wratislawa. In de 19de eeuw was er, vlakbij een doorwaadbare plaats, een marktstadje onder die naam gevestigd op een groot eiland in de rivier de Odra.
Later, toen er een kathedraal werd gebouwd, zou dit eiland de naam Ostrów Tumski (kathedraaleiland) krijgen. In de 13de eeuw werd de stad, zoals de meeste nederzettingen in zuidelijk Polen, verwoest door de Tataren, en vervolgens weer opgebouwd op de linkeroever van de Odra. Onder de naam Preslau werd het vervolgens de hoofdstad van een onafhankelijk hertogdom dat deel ging uitmaken van de Hanze.

Vervolgens kwam de stad twee eeuwen lang onder Boheems bestuur te staan, en werd steeds welvarender. Aan de Boheemse periode kwam een eind toen Wroclaw (inmiddels Breslau geheten) deel ging uitmaken van het Habsburgse Rijk. In de 18de eeuw kregen de Pruisen het voor het zeggen in de stad, die steeds nadrukkelijker door Duitse invloeden werd gekenmerkt.

Na de Duitse eenwording werd de stad een van de meest oostelijke buitenposten van het Duitse Keizerrijk. Ook na WO I bleef Wroclaw/Breslau deel uitmaken van Duitsland en aan het eind van WO II werd de stad door de Duitsers veranderd in één groot fort ter verdediging tegen de Sovjettroepen: Festung Breslau. Er werden gigantische verwoestingen aangericht.

In de jaren na de oorlog werd de stad, nu deel van Polen en eindelijk onder de naam Wroclaw, met zorg gerestaureerd. Vandaag de dag wordt Wroclaw tot de meest sfeervolle steden van het land gerekend. Door zijn ingewikkeld geschiedenis heeft Wrocław sporen van de Tsjechische, Duitse en Poolse overheersing maar de hedendaagse stad behoort zeker tot een van de mooiste metropolen in Europa. Veel bezoekers vergelijken Wrocław met Krakau, maar dan op een iets kleinere schaal.
Je vindt er fraaie gotische kerken, herenhuizen in Renaissancestijl en paleizen uit de barokperiode.

Het stadsleven concentreert zich in de oude stad aan de overkant van Ostrów Tumski - het oudste deel. Naast de Markthal, de Nieuwe Beurs, de banken en kantoorgebouwen staat een modern Concertgebouw dat in de Hala Stulecia (oftewel Eeuwhal, op de UNESCO Werelderfgoedlijst) grote voorstellingen vertoont waar Poolse film- en muzieksterren vaan aanwezig zijn.

Gebouwd uit gewapend beton, is de Eeuwhal een baanbrekend werk in de geschiedenis van de wereldarchitectuur. Geplaatst op de Unesco lijst is het de trots van de bewoners van Wroclaw en de koepel met een hoogte van 23 meter is afgewerkt met een lantaarn van staal en glas. Sinds 2009 straalt voor de Eeuwhal Europa's grootste fontein.
Ook is Wrocław een stad die prachtige groene plekken heeft. Het meest beroemde is het Park Szczytnicki met zijn Japanse Tuin.

Bezoekers beginnen hun sightseeingwandeling door de Oude Stad (Stare Miasto) meestal op het Marktplein (Rynek). Dit plein wordt gedomineerd door het Stadhuis (Ratusz). Het stadhuis en het marktplein zijn even oud: de bouw werd begonnen in 1242. In het stadhuis woonde de schout, die de stad bestuurde. Naarmate Wroclaw rijker werd, werd het stadhuis groter en mooier. Vandaag de dag is het een museum.

Vlakbij het marktplein bevinden zich de St. Elisabethkerk (Kosciol Sw. Elzbiety) en de St. Maria Magdalenakerk (Kosciol Sw. Marii Magdaleny). De St. Elisabethkerk is de oude parochiekerk van Wroclaw, vernoemd naar de patroonheilige van de stad. De St. Maria Magdalenakerk heeft een van de oudste en fraaiste Romaanse portalen van Centraal Europa. De schitterende barokarchitectuur van de Universiteit van Wroclaw is moeilijk over het hoofd te zien.
Twee andere interessante plekken zijn het Piaskowa-eiland en Ostrów Tumski, het eiland waar Wroclaw ooit ontstond en waarop zich een aantal gotische kerken bevindt, inclusief een oogverblindend mooie kathedraal. Ook de Volkshal is een bezoek waard. Hij werd aan het begin van de 20ste eeuw gebouwd en prijkt onder de naam Eeuwhal op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Nog een aanrader: een wandeling langs Wroclaws Groene Gordel, die het traject volgt van de oude stadsgracht: met 3860 meter de langste van Europa.

Wroclaw is rijk aan wonderlijke, magische plekken. In het Middeleeuws Slachthuis bevindt zich een standbeeld dat de geslachte dieren gedenkt. Op de Świdnickastraat, vlakbij de voetgangerstunnel, staat een standbeeld van een dwerg, het symbool van het Oranje Alternatief: een artistieke beweging die zich in de jaren 1980 afzette tegen het communistische regime. Ten zuiden van het stadhuis bevindt zich een fontein in de vorm van een teddybeer, een favoriet plekje voor kinderen. Wie een redelijke conditie heeft moet beslist de 300 traptreden beklimmen die voeren naar het terras bovenin de toren van de St. Elisabethkerk. Direct naast de St. Elisabethkerk bevinden zich twee charmante huisjes genaamd Hans en Grietje. Iets verderop treft u opnieuw een van Wroclaws vele dwergen, slapend op zijn geheime schat.

In 2012 was Wrocław een van de vier Poolse steden waar het Europees Kampioenschap voetbal was gespeeld. In 2016 droeg Wrocław een titel van de Culturele Hoofdstad van Europa. Het jaar 2017 was voor de stad een sportjaar - toen vonden de World Games plaats in Wrocław.

Hotel DUET, Ulica Sw. Mikolaja 47-48, veranderd naar (zelfde hotel-groep, gelegen in centrum)

Hotel PATIO, 50-127 Wroclaw
Tel +48.717855103     www.hotelduet.pl

 

 

Afstand : 157.4 km