Van bij de start gietende, maar dan ook GIETENDE regen. Alle kopkes zakten tussen de schouders. De lucht rondom was grauw, nergens een lichter puntje te ontdekken. De zon had zich zowaar verstopt precies of ze wilde nooit nog te voorschijn komen. Iedereen bekeek iedereen. Het was til in de hal van het hotel. Toch stond iedereen klaar om te vertrekken. Iedereen in fietstenue. Maar konden we daar wel doorfietsen ? De volgwagen werd voor het hotelingang geposteerd zodat de valiezen zo snel mogelijk konden geladen worden. Het water gutste met beken lands en onder de volgwagen. Schoenen en kousen waren doornat om de valies vanuit de hall naar de volgwagen te brengen. Het was amper 5 meter.

De hotelbedienden vertelden me dat het amper 500 meter was van het hotel naar het station van Orléans. Van daaruit was het mogelijk om met de trein naar Chatellerault, onze eindhalte van vandaag, te sporen. Het plan werd voorgelegd aan de groep. Er werd rondgekeken. Wat doen we ? Uiteindelijk zou een stemming een oplossing brengen want enkelen wilden met de fiets, anderen met de trein. Wat gevreesd was, werd waarheid…. Onderweg met 14 fietsers en een stemming: 7 met trein, 7 met fiets. De volger werd dan gevraagd om de knoop door te hakken. Zijn beslissing zou doorslaggevend zijn. Maar wat wil je, beslis je met de fiets te vertrekken dan heb je 7 Pallietertrappers tegen, zij die de trein verkozen. Beslis je om met de trein te gaan dan zouden zij die wilden fietsen mij ‘vies’ bekijken. De redding kwam echter van boven. Nu gingen de hemelsluizen pas helemaal open en was het antwoord vlug gekend: DE TREIN !!

Van onze fietstrip onderweg naar Boedapest (2006) weet ik uit ervaring dat niet zozeer de regen het grote probleem is om te fietsen, maar wel de eet-stops en dan zeker het terug vertrekken. Toen regende het 5 dagen non-stop en moesten we o.a. picknicken onder voetbaltribunes, in aanbouw zijnde fabrieksgebouwen, bij boeren, enz. Iedere keer was het beven en bibberen van de kou als we terug de fiets op moesten. Ik was dan ook uiterst tevreden dat er beslist werd om geen hele dag door de regen en over gevaarlijke, natte banen te fietsen.

Het gaf ons ook de mogelijkheid om op zoek te gaan naar een fietswinkel. Onderweg naar Orléans ging het achterwiel van HermanW kapot en dus moesten wij op zoek naar vervanging. Op enkele kilometers van ons hotel was er een meer dan degelijke fietshandel die wielen in overvloed had. Wel brak het angstzweet bij Herman uit toen hij de prijs van een eerste aangeboden wiel hoorde. Gemonteerd en dus met schijfrem en kroontjes kwam het op de ronde som van mille-quatre cents euros, oftewel 1.400 euro. Je zou voor minder kuchen. Herman bekeek mij omdat hij vermoedde het bedrag verkeerd begrepen te hebben. Gelukkig waren er ook nog goedkopere modellen beschikbaar en kon de technieker aan de slag alles te monteren en uit te proberen in de fiets.

Onderweg naar Chatellerault volgden we het uitgestippelde parcours. Het was een prachtige etappe geweest grotendeels langs de boorden van de Loire (60 km). In de verte zagen we de diverse kastelen waarvoor de streek bekend staat. Het gebied is zelfs door UNESCO als werelderfgoed verklaart. Zo passeerden we o.a. het vermaarde kasteel van Blois. Anderzijds was het rijden over banen die soms volledig onder water stonden. In de volgwagen was er dan ook een grote OEF te horen. Hier was geen doorfietsen aan. De volgers en chauffeur waren er toen van overtuigd dat dit niet veilig meer was.

Eens we rond 15 uur in Chatellerault aankwamen, zagen we in de verte een groep wandelaars in de meest bizarre kleding die er maar kan zijn. Korterbij komend, merkten we dat deze groep zowaar de Pallietertrappers waren. Stappend langs de kant van de rijweg in fietskledij, sommige met fietsklakskes, een andere met fietshelm op het hoofd en nog iemand anders op sandalen. Wij, in de volgwagen, draaiden onze hoofden weg. Dit kon toch niet…

Wij waren op weg naar hotel Ibis (weer een Ibis). Achteraf bleek dat er 2 Ibis-hotels zijn en zij onderweg waren naar het verkeerde. Zo moesten zij een extra afstand van ruim 2 km wandelend en nog steeds door de regen afhaspelen.

Terwijl 2 vrijwilligers zich opofferden om de fietskleding van de voorbije dagen te wassen in een wassalon in de buurt, deed een doucheke in het hotel deugd bij iedereen. We verzwijgen natuurlijk dat de 2 vrijwilligers de tijd van hun leven hadden. Zij beslisten om tijdens duur van het wasprogramma in de nabijheid van het wassalon te blijven. ER bleek namelijk een ‘brasserie’ recht tegenover de wasserette….

Het eten in het hotel werd aangebracht door traiteur Salons de Marais uit de buurt. In Chatellerault bleek geen hotel beschikbaar, of vrij, dat ook avondeten aanbood. En aangezien er geen bar in het hotel beschikbaar was en er enkel drank uit een drankenautomaat kon gehaald worden, vroegen wij de uitbater van de traiteur telefonisch om ook een voorraad flessen wijn mee te brengen. Achteraf, toen we de kwaliteit, lees smaak, van de wijn proefden, was dit een niet zo goed idee.

Hopelijk brengt morgen een betere, lees: zonnigere, dag al zijn de vooruitzichten niet prima. Is dat dan de opwarming van de aarde??

Zoals gezegd, schreven we weer een pagina bij in ons geschiedenisboek: een rit per trein onderweg naar onze bestemming!

 

 

 

Orléans - Chatellerault

       Dinsdag 13 juli 2021  -  174 km

Wegkapiteins: Julia Valgaeren – Dirk VDBosch – Eddie VDBroek

Bijzitters: Eric Clé – Edwin Vinck

Loire

De Loire ontspringt in de Ardèche in het Cen-traal Massief, op een hoogte van 1400 meter boven de zeespiegel, aan de voet van de Mont Gerbier de Jonc. Over de juiste locatie van de bron bestaat enige onenigheid zodat je er op korte afstand van elkaar twee verschillende kan bezoeken: de bekendste is te bewonderen in een stal van een boerderij, de andere onopvallend in een weide even verder.

Het stroomgebied van de Loire (117000 km²) beslaat een 5de deel van Frankrijk. De Loire mondt uit in de Atlantische Oceaan. De getijdenwerking gaat tot 60 kilometer landinwaarts.

Het Loiredal tussen Sully-sur-Loire en Chalonnes-sur-Loire is door UNESCO tot Werelderfgoed verklaart vanwege de vele kastelen die daar te vinden zijn. De Loirevallei wordt ook wel eens de tuin van Frankrijk genoemd. Op geen enkele plek ter wereld bevinden zich zoveel kastelen als langs de Loire. Enkele beroemde kastelen zijn Chenonceaux en Chambord. Er zijn ook minder gekende kastelen zoals Blois en Amboise, deze zijn daarom niet minder mooi. De bouwstijl, interieur en tuin van deze kastelen zijn stuk voor stuk uniek en hebben een eigen verhaal. Het Loire-landschap is glooiend en groen waarbij bossen en weilanden geleidelijk in elkaar vloeien. De hoofdstad van de regio is Orléans. Ook de moeite om te bezoeken zijn de kathedralen van Chartres en Bourges. De Loirevallei biedt een uitgebreide keuze aan kunst, natuur, cultuur en is een topregio op culinair gebied.

Vanuit Orléans volgen we de loop van de Loire gedurende circa 60 km.

Blois

Na 58 km  -  nog 116 km

Blois is gelegen op een strategisch punt tussen twee heuvels aan de rechteroever van de Loire. De stad telt 65.000 inwoners en is de hoofdstad van het departement Loir-et-Cher in de oude provincie Orléanais.

Door de talrijke steile en kronkelige straatjes, die op sommige plaatsen door trappen met elkaar zijn verbonden, en door de harmonieuze, oude gebouwen waant de bezoeker zich in de Middeleeuwen. Vanaf de kades heeft men, vooral bij zonsondergang, een goed uitzicht op de Loire en de Pont Jacques Gabriel.

Bezienswaardigheden zijn:

  • de kathedraal Saint-Louis, oorspronkelijk gebouwd in de 12de eeuw, maar in de 16de eeuw herbouwd, in 1678 door een orkaan totaal verwoest, en dateert in haar huidige vorm uit 1680.
  • De 'Crypte Saint-Solenne': onder het koor van de kathedraal werden in 1936 de resten ontdekt van de Karolingische kerk, eind 10de eeuw gebouwd door de graven van Blois, om de relikwieën van de H. Solenne te bewaren. Deze was in de 5de eeuw bisschop van Chartres, en had Remigius van Reims geassisteerd bij het doopsel van Clovis, aan wie hij later godsdienstonderricht gaf. Solenne overleed te Blois en werd hier begraven.
  • de kerk 'Saint-Nicolas' van de voormalige benedictijner abdij werd gebouwd tussen 1138 en het begin van de 13de eeuw. Het gebouw illustreert voortreffelijk de evolutie van de vroege gotiek.
  • de basiliek 'Notre-Dame de la Trinité' werd opgericht door de architect Paul Rouvière en na WO II verder afgewerkt. Deze kerk is een van de belangrijkste religieuze monumenten van de 20ste eeuw in Frankrijk.
  • Kasteel van Blois: het 'koninklijk’ kasteel van Blois is een goed voorbeeld van een renaissancekasteel, in oorsprong een 13de-eeuwse burcht van de graven van Blois. Koning Lodewijk XII liet aan het eind van de 15de eeuw een nieuw kasteel oprichten in Italiaanse renaissancestijl, met (verdwenen) Napolitaanse tuinen. Frans I vormde het kasteel in het begin van de 16de eeuw om tot een meesterwerk van Franse renaissancekunst, door een vleugel bij te bouwen met daarin de wereldberoemde open wenteltrap en de "gevel met de loges". In dit kasteel ontving hij ooit keizer Karel V. Halverwege de 16de eeuw werd het de residentie van koningin-moeder Catharina de' Medici en van haar zoon Hendrik III, die er zijn rivaal Hendrik I van Guise liet vermoorden. In de 17de eeuw liet Lodewijk XIII eerst zijn moeder Maria de' Medici en later zijn broer Gaston van Orléans naar Blois verbannen. Deze gaf architect Mansart opdracht een totaal nieuw kasteel te bouwen, waarvan slechts één vleugel gerealiseerd werd. Het kasteel liep zware schade op tijdens WO II, maar is volledig hersteld en herbergt nu verschillende musea.

Montrichard

Na 91 km  -  nog 83 km

Montrichard-Val-de-Cher is een stad van Loir-et-Cher, in de regio Centre, de Loire-vallei, op ongeveer 45 km ten oosten van Tours. De stad werd officieel opgericht op 1 januari 2016 na de fusie van Montrichard (3 300 inwoners) en Bourré (675 inwoners).

Ondanks de Honderdjarige Oorlog werd er in de 11de eeuw toch een kasteel gebouwd, gebruik makende van de populaire regio bij de koningen van Frankrijk. Montrichard huisvest een rijk architectureel erfgoed uit deze welvarende periode. Twee dochters van Lodewijk XI huwden hier.

Bourré op zijn beurt ontwikkelde een belangrijke activiteit in de ondergrondse steengroeven: de teelt van champignons.

Met de ontwikkeling van de industriële activiteiten (plaatwerk, farmacie) en de wijnbouw met de gerenommeerde wijn Montrichard-Val-de-Cher is de stad op toeristisch vlak bekend geworden. Verder is er in de buurt ook het kasteel van  Chenonceau.

Cher

De rivier Cher ontspringt in het Centraal Massief, en mondt uit in de Loire bij Villandry. De rivier doorkruist vijf departementen in drie regio's.

Van 1940 tot 1942 maakte de Cher over een lengte van 120 kilometer deel uit van de demarcatielijn, die de grens markeerde tussen het door Duitsland bezette deel van Frankrijk en het onbezette Vichy-Frankrijk.

Tussen Lillandry en Tours ligt Kasteel van Chenonceau, dat deels is gebouwd op een brug over de Cher. Via dat kasteel kon men vanuit de noordzijde het vrije deel van Frankrijk bereiken. Toen dat niet meer mogelijk was, probeerde men de Cher over te zwemmen of met een vlot over te steken.

Kasteel van Montpoupon

Na 101 km  -  nog 73 km

Het Kasteel van Montpoupon een militair verdedigingswerk dat, langs de weg van Parijs naar Spanje, de smalle doorgang van een dal tussen Montrichard en Loches bewaakte. Het kasteel bestaat uit een hoofdgebouw, een westelijke toren, een slottoren en een ingangkasteeltje, en is te bezichtigen.

Ten tijde van de Karolingers beslisten de Poppo, een Germaanse stam, om zich te vestigen op een rotsachtige bergtop, de ‘Mons Poppo’, later werd dat ‘Montpoupon’.

In de middeleeuwen was het kasteel een belangrijke strategische plaats, aangezien het gelegen is halverwege Loches (dan in handen van de geduchte Foulques Nerra) en Montrichard (eigendom van de aartsvijand: Odo I van Blois).

Op het einde van de middeleeuwen (14de eeuw) bouwden de landsheren Prie en Buzançais het kasteel weer op, want sinds de Honderdjarige Oorlog was het al die tijd verwaarloosd. Ze vormden het om tot een elegant gebouw in Renaissancestijl en in 1500 werd het ingangsgewelf gebouwd.

Dankzij het Kasteel van Montpoupon kon de familie Prie, die zich in die tijd verplaatste tussen de verschillende koninklijke kastelen van Touraine, het dichtst bij het Hof verblijven. Hun trouw aan Valois verschafte hen toegang tot hogere ambten: broodmeester, chef-kok, grootmeester van de kruisboogschutters.

De familie breidde het Kasteel van Montpoupon tot het midden van de 17de eeuw uit en ging vervolgens over op vrouwen: Louise de Prie, hertogin van Motte Houdancourt (gouvernante van de koningskinderen). Lodewijk XIV achtte haar zeer hoog. Deze dames, die het Hof (nu Versailles) verkozen, kwamen zeer weinig in Touraine, waardoor de gebouwen helaas vervielen in die periode. In 1763 werd het kasteel verkocht aan de markies de Tristan (toen burgemeester van Orléans), die er een landbouwbedrijf wilde oprichten. Uiteindelijk renoveerde hij het kasteel en schonk hij het zijn glorie van weleer terug. De Franse Revolutie betekende het einde van zijn projecten (gelukkig zou enkel de kapel verwoest worden).

In 1840 zorgde de nieuwe eigenaar van het kasteel, de heer de Farville, voor de constructie van de bijgebouwen. In 1857 kocht Jean-Baptiste van Motte Saint Pierre, de overgrootvader van de huidige eigenaar, het kasteel. Op het einde van de 19de eeuw voerde de familie verbouwingen uit aan de buitenkant en rond 1920 aan de binnenkant, waardoor de vesting zijn oorspronkelijke Renaissancestijl terugkreeg.

In de bijgebouwen van het kasteel, waar vroeger het ruiters- en jachtcentrum was, is er nu een museum over paarden en jacht. Het is een van de drie Franse musea van de ‘vénerie’ (de lange jacht). Op 1 mei 1930 werden het kasteel en de landerijen van het kasteel erkend als historisch monument. Later, op 28 januari 1996, werden ook de voorgevels en de daken van het kasteel en de toren, de zogenaamde ‘Donjon’ (slottoren), op de monumentenlijst geplaatst.

Loches

Na 123 km  -  nog 51 km

Loches is een historisch Frans stadje, gelegen aan de rivier Indre in het departement Indre-et-Loire, met ca. 7000 inwoners. De stad draagt de zichtbare sporen van haar militair verleden, en heeft in het historische centrum haar middeleeuwse karakter weten te bewaren. Van dit vrij goed bewaarde stadsdeel zijn nog twee van de drie oorspronkelijke stadsomwallingen te zien.

Belangrijkste bezienswaardigheden:

  • de Porte Royale (11de tot 13de eeuw), een zwaar versterkte stadspoort uit de middeleeuwse stadsomwalling, en ook een paar andere stadspoorten (de Porte Picoys uit de 14de, en de Porte des Cordeliers uit de 15de eeuw
  • de karakteristieke Romaanse kerk (Collégiale Saint-Ours), gesticht in 962, maar in zijn huidige vorm grotendeels daterend uit de 12de/13de eeuw, met een opmerkelijk kerkportaal (met vreemde dierenfiguren), twee achthoekige dakpiramiden en het praalgraf van Agnès Sorel
  • het middeleeuwse Château de Loches en de bidkapel van Anna van Bretagne
  • de stoere donjon (11de-15de eeuw), die vanaf 1249 eeuwenlang dienstdeed als staatsgevangenis (met de cel van de hertog van Milaan, Ludovico Sforza, die tijdens zijn gevangenschap muurschilderingen maakte)
  • in de benedenstad het Renaissance-raadhuis (1535–1543) en enkele woonhuizen uit de 16de eeuw

Ligeuil

Na 141 km  -  nog 33 km

De gemeente heeft een overwegend landelijk karakter.

Toch heeft het dorp belangrijke toeristische troeven, zoals de herbouwde kerk van St. Martin (12de eeuw). Het hoge altaar met tabernakel dateert uit de 17de eeuw, in het centrum zijn diverse 17de eeuwse gebouwen, verder is een Kanselarij uit de 18de eeuw.

Een bewegwijzerde dorpswandeling brengt je langs de molen Edmaine (19de eeuw), het oude huis van Péagu (15de eeuw), de Tourmelière (17de eeuw), kasteel Epigny (18de eeuw) en de kapel van Onze Lieve Vrouwe van de Engelen.

Châtellerault

Na 174 km  -  nog 0 km

Châtellerault wordt doorkruist door de rivier Vienne, die de stad splitst in twee delen. Het oude stadsdeel bevindt zich aan de oostelijke zijde. Over de rivier loopt de Pont Henry-IV (gebouwd tussen 1575 en 1611). In Châtellerault werden vroeger veel wapens gemaakt waardoor de stad ook behoorlijk gegroeid is. Nu zijn deze wapenfabrieken gesloten, maar de invloed hiervan is nog steeds te zien in de stad, bijvoorbeeld aan de hand van het groot aantal handwapens dat te bezichtigen is in het Musée Sullu.

Burggraaf Ayraud liet hier in de 10de eeuw een kasteel bouwen. De kerk St. Jacques (12de en 13de eeuw) heeft nog haar oorspronkelijke transept en koorsluiting; het schip heeft een gotisch kruisribgewelf.

Châtellerault was eens een belangrijke etappeplaats op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella.

Hôtel IBIS Budget

12 Allée d’Argenson – ZI Nord

86100 - Chatellerault

 

Tel  00.33.89.26.80.843 – www.accor.com

Email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.